Curaçao in hoofd en hart

Boy Namias de Crasto
Boy Namias de Crasto

Als kunstenaar Boy Namias de Crasto over zijn jeugd vertelt, vervangt hij alle punten en komma’s in zijn zinnen door de woorden ‘want’ of ‘maar’ en staat hij voortdurend om zijn verhaal kracht bij te zetten. Zijn vrouw Pop voelt zich genoodzaakt om na een half uur, waarin hij onafgebroken aan het woord is geweest, een pauze in te lassen. “Als hij eenmaal vertelt, komt hij niet meer stil,” verduidelijkt ze.

Even later gaat haar man onverstoord verder. Op het ene moment staat hij bij de boekenkast in het atelier bij zijn woonhuis in Bussum, dan staat hij bij een van de schildersezels en opeens is hij naar buiten verdwenen om te wijzen op de bloemen in zijn tuin.

Jack Nicholson
Zesenzeventig is Namias de Crasto, maar de kleine man met zijn witte haar, gebruinde gelaat en twinkelende ogen zou makkelijk voor vijftig door kunnen gaan. Hij geeft nog steeds les en exposeert het werk dat hij elke dag maakt in zijn atelier of zoals hij het noemt, zijn laboratorium. Deze zomer wordt zijn werk geëxposeerd in het Curaçaohuis en in het najaar in volgt een tentoonstelling in Gallery Alma Blou. Daarnaast heeft hij het druk met een schilderij voor de theatervoorstelling One Flew Over the Cuckoo’s Nest, een verhaal over een psychiatrische inrichting dat vooral bekend is door de verfilming met acteur Jack Nicholson.

Tegelijkertijd werkt hij aan drie schilderijen voor een tentoonstelling over het verleden, het heden en de toekomst van Bussum. De schilderijen over de toekomst maakt hij samen met een groep kinderen en het verleden bevat teksten van de Nederlandse dichter Frederic van Eeden. “Als ik een tekst lees, over vreugde, verdriet, liefde, dan gaan mijn handen als het ware trillen en begin ik. Het boeiende aan kalligrafie is het spel tussen de pen, de inkt en de beweging. Ik lees de tekst, ik lees hem nog een keer en nog een keer en dan ga ik schilderen. Ik combineer de emotie van de schrijver met mijn eigen emotie. Ik visualiseer de achtergrond. Uiteindelijk teken ik de letters erin.”

Fragment interview voor Ñapa, 2011