‘Altijd een beetje heimwee’

Interview De Kruijf

Ze doet het zelden bewust, maar in de sculpturen en schilderijen van de Nederlandse kunstenares Lucy de Kruijf zit altijd wel iets van Curaçao. Ze woont al ruim vijftig jaar niet meer op het eiland, maar haar jeugd in Julianadorp heeft haar gevormd.

Door Otti Thomas

Een kleur of een vorm. Of de structuur van een oppervlakte. In het overwegend koude, grijze Nederland kunnen de kleinste details onverwacht voor een Curaçao-gevoel zorgen. Associaties die sterker en vollediger zijn dan bij opdringerige reclames voor goedkope vliegtickets, beschrijvingen in een roman of het proeven van een Caribisch gerecht. Onverwachter dan het opvangen van woorden Papiaments in de trein of een bachata uit een lunchcafé voor ambtenaren in Den Haag.

Die typische Caribisch kleuren, vormen en structuren zijn vaak aanwezig in het werk van de Nederlandse kunstenares Lucy de Kruijf. “Ik denk niet bewust aan Curaçao als ik begin, maar elke kunstenaar, elk mens, wordt beïnvloed door de omgeving. Je ziet het ook bij Nederlandse kunstenaars, die op Curaçao gaan wonen. Hun stijl verandert.”

(…)

Mogelijk door de herinnering aan haar kindertijd op Curaçao is het buitenland altijd aantrekkelijk gebleven en een belangrijke bron van inspiratie geworden. Kenmerkend zijn haar ruïnes, piramides, torens en totempalen van keramiek. Ze doen denken aan archeologische vondsten, aan sporen van oude culturen, en eigenlijk zijn ze daar ook op gebaseerd, zegt De Kruijf. “Ik hou van reizen en van wandelen. En altijd kom ik weer restanten van oude bouwwerken tegen, bijvoorbeeld onverwacht op de top van een berg. Wat ik zo geweldig vind, is dat die restanten over de hele wereld overeenkomsten met elkaar hebben,” aldus De Kruijf. Mensen en culturen hebben veel meer met elkaar gemeen, dan de voortdurende nadruk op verschillen doet vermoeden, vindt ze.

Fragment interview Napa/Amigoe, februari 2016