Carnavalskoningin èn erfgoedspecialist

Het Rotterdamse Zomercarnaval werd vorig jaar als 100ste traditie toegevoegd aan de Nationale Inventaris voor Erfgoed. Dat was vooral te danken aan carnavalskoningin Dyonna Benett, die meeloopt tijdens de Gran Marcha. Onvermoeibaar strijd ze voor de erkenning en het behoud van Caribische tradities en voor een eerlijke weergave van de geschiedenis.

Door Otti Thomas
“Elke Queen zegt natuurlijk dat ze er altijd al van droomde. Als kind zie je andere koninginnen en wil je dat ook. Mijn moeder was een echte carnavalista en heeft haar liefde voor carnaval doorgegeven aan mij.” Voor de 27- jarige Dyonna Benett komt tijdens de Gran Marcha een lang gekoesterde wens uit. Als Queen vertegenwoordigt ze het Rotterdams Zomercarnaval.
Jaren geleden deed Benett dochter van een Curaçaose moeder en Curaçaos-Dominicaanse vader al mee aan de Marcha di Despedida en de Tiener Parade op Curaçao. Samen met haar zus en nicht was ze lid van The Original Dancers, de dansgroep van haar moeder, die ook optrad in België en Duitsland. Ze is een trouwe deelnemer aan het Rotterdams Zomercarnaval en won samen met Unicum Brassband twee keer de Battle of the Drums. Maar dit wordt haar eerste Gran Marcha.
Deels is haar deelname toeval. Ze was in 2015 First Runner-up van Queen Witney van Ommeren. In 2016 werd geen nieuwe Queen gekozen omdat het Zomercarnaval door het slechte weer werd afgelast, zodat Benett als First Runner-up naar Curaçao mocht. Maar ook als er een nieuwe Queen was gekozen, had ze meegedaan. Dankzij haar werd het Zomercarnaval vorig jaar aan de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed toegevoegd. En erfgoed is haar grootste passie. “Ik moest wel meedoen.”

(…)

Op school worden we vooral geconfronteerd met de Tweede Wereldoorlog, dus we kunnen ons beter verplaatsen in alle gevoelens die daar mee te maken hebben. Over slavernij hoorden we weinig. Ook mijn familie praatte daar nauwelijks over, terwijl het een belangrijk deel van hun identiteit is. Pas in het derde jaar van mijn studie kreeg ik het keuzevak Culturele Contacten. Daarin maakten we kennis met de geschiedenis van de slavernij en de segregatiewetten. En empowerment: bruine filosofen, wetenschappers, schrijvers. Veel indruk maakte een studiereis naar het Museum of London, waar ik een gigantische poster zag van een bruine man, Ignatius Sancho. Hij was geen slaaf – eigenlijk zeggen we tot slaaf gemaakte – maar hij was de eerste Afrikaanse schrijver van wie een boek werd gepubliceerd. In tentoonstellingen in Nederland, Parijs of Berlijn was een zwarte man nog nooit op die manier getoond. Ik vond het ontroerend. Er waren namelijk veel zwarte wetenschappers, hoogleraren en filosofen, maar die verhalen hoor je weinig. Daardoor zijn er weinig rolmodellen.

Fragment interview voor Ñapa/Amigoe, februari 2017

Anbajsa Blanken bij Amsterdam Fashion Week

02-07-2016naAnbasja

Tijdens de Mercedez-Benz Fashion Week Amsterdam wordt deze week de Ala Blanka collectie getoond van de Curaçaose modeonwerpster Anbasja Blanken. “Het krijg zo’n intens gelukkig gevoel als mensen zich fantastisch voelen in mijn kleding. Dat is precies wat ik wil.”

Door Otti Thomas

Als ze al enige druk voelt, dan is dat niet te merken. Terloops vertelt modeontwerpster Anbasja Blanken dat ze nog twee weken de tijd heeft om dertien broeken te maken voor de Fashion Week Amsterdam; nagenoeg één broek per dag. “Volgende week komt er iemand helpen. Maar ik wilde zoveel mogelijk af hebben. De patronen zijn klaar, ik weet welke stof bij welk ontwerp hoort, welke afwerking nodig is. Dan kan ik het makkelijker uit handen geven.”
De ontwerpschetsen hangen aan de muur van haar kleine Amsterdamse woonkamer. Het is tevens haar atelier, inclusief professionele naaimachines, een gigantisch strijkijzer, paspoppen en rollen textiel, die ze altijd in Parijs haalt. ”Ik neem wel een kleurenkaart mee, maar ik wil me vooral laten inspireren door de stoffen die ik aantref.”
Blanken is een van de deelnemers aan de 25ste Mercedez-Benz Fashion Week Amsterdam, die gisteren is begonnen. Het thema van haar collectie broeken is de paradijsvogel. “Ik wil dat de vrouwen die mijn broeken dragen, zich voelen als een paradijsvogel die flaneert binnen de natuur.” De collectie, genaamd Ala Blanka, verwijst ook naar haar kinderjaren op Curaçao. “De Curaçaose Ala Blanca-duif staat voor vrijheid. Ik heb de ‘c’ in een ‘k’ veranderd, dus het is ook Ala Anbasja Blanken. Ik wilde meer terug naar mijn roots.”

Fragment interview Ñapa, juli 2016

Curaçao tussen vakantieoord en thuis

Ik heet JuliusVeel boeken die zich op Curaçao afspelen gaan ook over Curaçao. De roman fungeert als kapstok voor een ode aan de Caribische cultuur. Het eiland als locatie en als hoofdrolspeler. Of op zijn minst als onmisbare context voor een verhaal over de littekens van de koloniale tijd of over de spanning tussen verschillende culturen. Die focus op Curaçao valt goed te verklaren. Er was tientallen jaren een groot gebrek aan herkenbare verhalen binnen een Caribische context. Het gemis resulteerde in geweldige literaire klassiekers.

Curaçao kan ook schitteren als figurant, blijkt uit de roman ‘Ik ben Julius’. Het is de tweede roman van Martijn Simons, die in 2010 debuteerde met Zomerslaap. Hoofdpersoon Julius vertrekt van de ene op de andere dag van Curaçao naar Nederland om te zorgen voor zijn vader, terwijl deze van een herseninfarct herstelt. In zijn ouderlijk huis denkt Julius terug aan de twaalf maanden die hij op Curaçao verbleef, maar vooral aan zijn jeugd in Amsterdam Zuid; hij denkt aan de moeizame relatie tussen zijn Curaçaose moeder en Nederlandse vader, aan zijn ambitieuze broer David en aan zijn nichtje Mimi, die hem de bijnaam Skip gaf. In de korte tijd dat ze bij het gezin woonde, leek ze een onuitwisbare indruk op iedereen te maken.

(…)

Een frisse en treffende beschrijving van Curaçao is natuurlijk niet voldoende voor een boeiend verhaal. Auteur Simons maakt iets te vaak gebruik van vergelijkingen. “De aderen aan de binnenkant van zijn arm zijn bleekblauw, duiken weg onder zijn ziekenhuispyjama als een metro in een tunnelbuis.” Maar de worsteling van Julius met zijn verleden is meeslepend. De onverwachte gedachtesprongen maken het makkelijker voor lezers om zich in te leven in de hoofdpersoon en zorgen voor een groeiend verlangen naar antwoorden. Simons wacht tot de laatste pagina’s voor hij duidelijkheid geeft; althans een beetje duidelijkheid. Niet alle vragen worden beantwoord. Voor ‘Ik ben Julius’ geldt dat de reis belangrijker is dan de bestemming. Het is een reis door het hoofd van Julius met een verfrissende tussenstop op Curaçao.

Fragment recensie Napa (mei 2016)

Respectvolle ode aan onze Juliana

Juliana (foto Jean van Lingen)

AMSTERDAM-“We waarderen dat u aanwezig bent bij ons verhaal over uw moeder Juliana.” Noraly Beyer gebruikte zaterdag de juiste woorden toen ze prinses Beatrix afgelopen zaterdag welkom heette.. De voorstelling Juliana van de Stichting Julius Leeft gaat niet over persoonlijke herinneringen van Beatrix aan haar moeder en is geen verslag uit de geschiedenisboeken. Het is ons verhaal, waarbij ‘ons’ verwijst naar de inwoners van voormalige Nederlandse koloniën.

Dat verhaal wordt verteld aan de hand van dialogen over gebeurtenissen die Juliana kenmerkten als vrouw, moeder en koningin, tevens het mantra van het openingsnummer. “Vergeet nooit dat het Koninkrijk bestaat uit meer dan twaalf provinciën,” zegt Juliana, ontroerend vertolkt door de Curaçaose actrice Paulette Smit, als ze de troon overdraagt aan Beatrix. “We danken mede aan onze voormalige koloniën wat we vandaag de dag hebben. Hou ze te vriend.”

(…)

Regisseur John Leerdam schuwt geen enkel onderwerp in Juliana. De Greet Hofmans affaire komt langs, waarin Juliana in de ban was van een gebedsgenezeres en ze dreigde met een echtscheiding van Bernhard. “Waarom ben je met me getrouwd,” vraagt ze aan Bernhard, die zich in alle bochten wringt om geen antwoord te hoeven geven.

(…)

Ook de acteurs sparen niets of niemand. Vastert van Aardenne speelt een zelfingenomen prins Bernhard, Thom Hoffman een bedachtzame prins Claus en Guikje Roethof een berekenende Beatrix. Maar waar het Koningshuis zich snel leent voor spot of sarcasme en waar herinneringen aan de koloniale geschiedenis snel leiden tot woede en verontwaardiging, is Leerdam nergens uit op het makkelijk scoren van een lach of een traan. Juliana is scherp, maar vooral warm en aanstekelijk. En dat maakt de voorstelling zo sterk.

Fragment recensie Juliana voor Amigoe, december 2015

Ontroerend beeld LHBT’s in One Kingdom, One Love

One Kingdom - One LoveEnthousiast dansende lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) tijdens de jaarlijkse Gay Pride in Amsterdam. Het is een bekend beeld, maar zelfs in het liberale Nederland klinkt zo nu en dan de vraag waar de behoefte vandaan komt om zo ontzettend uitbundig te feesten. De documentaire One Kingdom, One Love vertelt het verhaal achter die blije en trotse gezichten, zodat de kijker geneigd is om te zeggen: Doe er nog maar een schepje bovenop. Je hebt het verdiend.

One Kingdom, One Love, die deze week in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam werd vertoond, gaat over de individuele en gezamenlijke strijd voor LHBT-emancipatie in het Caribisch Gebied. De documentaire vloeit voort uit de deelname van de gelijknamige Koninkrijksboot aan de Gay Pride Canal Parade in augustus 2015, een initiatief van de Curaçaose onderneemster Ramona Pikeur en de cultureel attaché van het Arubahuis Angelo Tromp.

Fragment artikel Amigoe, december 2015

Schaamte, trots, geweld en liefde

De kaft van Schutkleur is eenvoudig, maar veelzeggend. Hij toont een ritssluiting tussen de kleuren blank en bruin. De afbeelding roept de vraag op of de rits op het punt staat om beide kleuren dichter bij elkaar te brengen of verder van elkaar te verwijderen. Of misschien blijft die ritssluiting wel permanent op dezelfde plaats; niet open en niet dicht. “De ritssluiting verwijst naar een samenleving die maar niet in elkaar lijkt te passen,” zei auteur Bernadette Heiligers.

Schutkleur is een van de vele nieuwe publicaties van In de Knipscheer. De uitgeverij presenteerde de boeken op zondag 13 september in Podium Mozaïek in Amsterdam. Anders dan in voorgaande jaren werden er geen boeken uit of over Suriname en Nederlands-Indië gepresenteerd. “Ik vind het juist interessant om de overeenkomsten tussen voormalige Nederlandse koloniën aan te tonen, maar bezoekers willen graag met bekenden onder elkaar zijn en luisteren naar verhalen waar ze echt iets mee hebben,” zei directeur Franc Knipscheer.

Voor Schutkleur gaat dat in ieder geval op, bleek uit de reacties van het publiek. Het is de debuutroman van Heiligers, die in 2008 de verhalenbundel Flecha schreef en in 2012 de biografie Pierre Lauffer – Het bewogen leven van een bevlogen dichter. In Schutkleur krijgt hoofdpersoon Corina de opdracht om een vriendenboek samen te stellen voor haar neef Harold. Op zoek naar anekdotes, stuit Corina op de spanningen binnen de familie en kring van vrienden. Aan de basis liggen gevoelens van schaamte of trots voor de eigen cultuur of sociale status en bewondering, afkeer of onbegrip voor andere culturen.

Fragment verslag boekenpresentatie In de Knipscheer (Ñapa, september 2015)

26-09-2015naKnipscheer_2015groot

Feestelijke onthulling ‘Ik ben je niet vergeten’


“Eigenlijk gaan onze teksten over dezelfde onderwerpen,” zei rapper Gideon ‘Gikkels’ Everduim tegen accordeonist Jos de Rooij. De Rooij bracht nummers over het bombardement van de Sint Ritakerk in 1943, de staatsgreep in Chili in 1973 en de slachtoffers van Srebrenica. De teksten van spoken word artist Gikkels gaan vaak over thema’s als racisme en discriminatie. “Vraag je af, zijn je shackels los of zit je vast.”

Maar welbeschouwd hebben de 30-jarige rapper uit de Bijlmer en de 60-jarige accordeonist uit Amsterdam Noord beiden een boodschap over vrijheid. En dus brachten ze samen het nummer ‘Vrede’ van De Rooij. “Wordt het vrede, eindelijk vrede, die ellende voorgoed voorbij (…) een eind aan de barbarij?”

Gikkels en De Rooij waren twee van de artiesten tijdens de viering van de Dag van de Empathie in de Noorderpark Kamer op 3 mei. Zo’n vijftig mensen trotseerden de regen en genoten van de optredens, terwijl de jeugdige koks van De Kleine Keuken voor snacks zorgden. “Toen ik als 8-jarig meisje naar Nederland kwam, wist niemand iets over mij, maar ik wist ook niets over Nederland,” vertelde de Filipijnse Marikit Saturay. In haar liedjes verwoordde ze vervolgens haar verbazing over het feit dat een paspoort blijkbaar meer waard is, dan een mensenleven.

Bēylula Yos Yk droeg onder meer een gedicht op over hoe haar eigen pijn en persoonlijk verdriet haar in staat stellen om begrip te tonen voor het verdriet en de pijn van anderen. “Having pain is a blessing. Embrace your scars,” aldus de dichteres uit Eritrea. En singer songwriter Hanna van Asten zong met een heldere fragiele stem “I am, because we are. I haven’t forgotten you.”

Tijdelijk Monument

Van Asten liet zich inspireren door het Tijdelijk Monument 3, 4 & 5 mei, een kunstwerk van Frouwkje Smit, dat aansluitend werd onthuld. Het toont de silhouetten van mannen, vrouwen en kinderen in Amsterdam Noord en van de leerlingen van het Clusius College, die onder begeleiding van de kunstenares ook mee bouwden aan het werk. De silhouetten, uitgespaard uit grote houten panelen, vormen samen een menigte waar bezoekers deel van uit kunnen maken.

In totaal zijn er zeventig silhouetten als symbool voor de zeventig jaar sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. De titel ”Ik ben je niet vergeten” verwijst naar de dodenherdenking op 4 mei en de viering van bevrijdingsdag op 5 mei.

Voor Frouwkje Smit is het echter ook belangrijk dat de silhouetten aantonen dat alle mensen van elkaar verschillen, maar tegelijkertijd niets prijsgeven over kenmerken die leiden tot vooroordelen, zoals huidskleur, afkomst of leeftijd. De kunstenares doet hiermee een beroep op mensen om meer begrip voor elkaar op te brengen. “Ik wil laten zien dat we allemaal anders zijn en toch gelijk,” aldus Smit.

Het Tijdelijk Monument 3, 4 & 5 mei is op 4 mei tot 16.00 uur te zien in het Amsterdamse Noorderpark. Op 5 mei verhuist het naar de IJ-boulevard als onderdeel van de Vrijheidmaaltijd aan het IJ. Net als het project ‘1000 Kraanvogels en gedichten’ van Frouwkje Smit gaat het om een tijdelijk kunstwerk, dat na 5 mei een thuis zal vinden op diverse locaties in Nederland.

Verslag voor kunstenares Frouwkje Smit

Op zoek naar de joods-Caribische identiteit

07-02-2015naJoodsCaribisch_klein

Het Joods Historisch Museum in Amsterdam vertelt tot 14 juni het verhaal van de Joodse gemeenschap in het Caribisch Gebied. De expositie Joden in de Cariben is dit najaar ook te zien in Curaçao en Suriname, inclusief een lespakket en educatieve film voor middelbare scholen.

Door Otti Thomas

Brieven en boeken zijn misschien wel de echte parels van de tentoonstelling Joden in de Cariben. De huwelijksakten van Elias Jesurun en Rachel Henriquez uit 1868 en die van Mozes Salomon Levie Maduro en Adela Naar uit 1887. Of het schriftelijke verzoek van Ishak Nunes Lopes die honderd jaar eerder verzocht om een bijdrage van 140 gulden voor zijn reis naar Curaçao.

Tientallen foto’s, de kleding van Ena Maduro en yaya Lala en blikvangers als de schaalmodellen van de Mikvé Emanuel Synagogue en het Penha gebouw maken de expositie in het Joods Historisch Museum de moeite waard. De geschiedenis komt pas echt tot leven met het vergeelde papier. Het zijn bovendien documenten waar de meeste mensen niet snel mee in aanraking zullen komen omdat ze in bezit zijn van particulieren of het Centraal Bureau voor Genealogie.

Joden in de Cariben vertelt en toont het verhaal van de Joodse gemeenschap in het Caribisch Gebied op religieus, zakelijk en maatschappelijk vlak. “Het Joods Historisch Museum belicht de cultuur en geschiedenis van joden in Nederland en de koloniale geschiedenis is daar een onderdeel van,” aldus Julie-Marthe Cohen, curator van de tentoonstelling. “We zijn er twee jaar intensief mee bezig geweest. Ik ben ongelofelijk blij dat het nu eindelijk zo ver is,” zei ze vorige week tijdens de persrondleiding voor de feestelijke opening.

(…)

De identiteit van joden uit Suriname en Curaçao wordt ook belicht in Een keppel in de Cariben van documentairemakers Tanja Fraai en Mike Ho-Sam-Sooi. De documentaire is specifiek bedoeld voor middelbare scholieren in Curaçao en Suriname en zal vertoond worden als de tentoonstelling dit najaar in Willemstad en Paramaribo te zien is.

(…)

In de documentaire Een keppel in de Cariben gaan twee jongeren, Achira Beck en Nofar Kraaijenhagen, op zoek naar de Caribisch-joodse identiteit en tradities in de 21ste eeuw. Ze vragen het onder andere aan bekende Caribische joden als Bob Pinedo, David Serphos, de zussen Paulette en Jennifer Smit en de zussen Giselle, Tamara en Ilena Winkel. “Wat is de Joods-Caribische identiteit? Bestaat die überhaupt? En wat doet de volgende generatie ermee,” aldus Ho-Sam-Sooi.

Fragment reportage voor Amigoe/Ñapa, januari 2015

Gedichten en muziek centraal bij boekenfestijn

In november 2011 zat Diana Lebacs achter haar bureau, een pen in de aanslag, achter een wit vel papier. “Ik ben erg taakgericht, want mijn sterrenbeeld is maagd,” onderbreekt ze haar eigen verhaal. Ze had eigenlijk gedacht dat ze 2, 3 of 4 november 2011 had kunnen noteren als de einddatum van een periode van gedichten schrijven, een verwachting die gebaseerd was op haar ervaring in voorgaande jaren. Een jaar eerder schreef ze immers ‘3 november 2010’ op een verzameling gedichten, die naar haar gevoel in een lange sessie van een aantal maanden waren ontstaan. En twee jaar eerder schreef ze ‘2 november 2008’ als symbolische einddatum van een sessie die in 2007 was begonnen. “Maar er was helemaal niets in november 2011. En ook niet in november 2012. Ik voelde toen goed dat het schrijven van een gedicht niet geforceerd kan worden.”

Bezoekers van Podium Mozaïek in Amsterdam werden begin deze maand getrakteerd op tal van leuke anekdotes over het schrijverschap. Voor het vierde achtereenvolgende jaar organiseerde uitgever Franc Knipscheer een boekenfestijn om aandacht te vragen voor nieuwe uitgaves. Uitgeverij In de Knipscheer, opgericht in 1976, stond aan het begin van de carrière van schrijvers als Leon de Winter, Marion Bloem, Herman Brusselmans en Sjoerd Kuyper, maar dankt zijn bekendheid in het Caribisch gebied vooral aan de uitgave van boeken van Antilliaanse en Surinaamse schrijvers, onder wie Diana Lebacs.

(…)

Behalve de dichtbundels van Curaçaoënaars presenteerde In de Knipscheer ook nieuwe publicaties uit en over Suriname en Nederlands-Indië. Muziek is het centrale thema van Roep der Verten; een 560 pagina’s tellend onderzoek naar de geschiedenis van de Krontjong-muziek uit Nederlands-Indië. Schrijfster Lutgard Mutsaers reikte een eerste exemplaar uit aan Ernst Janz, oprichter van Nederpop-band Doe Maar. Nadat de band in 1984 uit elkaar ging, nota bene enkele maanden na concerten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten, verdiepte hij zich steeds meer in zijn Indonesische wortels en daarmee ook de krontjong-muziek. Op de cd die bij Roep der Verten hoort, staat onder meer zijn moderne krontjong nummer Tessa.

Fragment verslag In de Knipscheer boekenfestijn, Ñapa, oktober 2014

Geen prijs, wel aandacht voor BlueRise

BlueRise, het bedrijf dat vliegveld Hato van duurzame airconditioning gaat voorzien, heeft de Postcode Loterij Green Challenge niet gewonnen. Toch is het bestuur tevreden met de complimenten van de internationale jury en de aandacht van bedrijven en organisaties. “Natuurlijk is het jammer dat we niet gewonnen hebben, maar ik word benaderd door verschillende investeerders, die vragen hoe ze ons kunnen helpen,” zei mede-oprichter en bestuurslid Diego Acavedo.

Tijdens de finale in de Amsterdamse Westergasfabriek gaf hij gisteren uitleg over de technologie van het bedrijf en het Curaçao Ocean Ecopark. BlueRise gaat koud zeewater oppompen voor de kust om daarmee gebouwen in het toekomstige Airport City van airconditioning te voorzien en haalt tegelijkertijd energie uit temperatuurverschillen in zeewater. “Het is een erkenning dat we op de goede weg zitten,” zei ook bestuurslid Paul Dinnissen.

Stimulans

Alleen al het feit dat BlueRise de finale haalde, is een enorme stimulans, zeiden beide bestuursleden. In totaal waren er 324 bedrijven 57 landen die deelnamen. De helft daarvan was actief op het gebied van duurzame energiewinning. BlueRise was het enige bedrijf op dit terrein dat de finale haalde. De jury onder leiding van duurzaamheidsexpert Ellen MacArthur was met name te spreken over het feit dat BlueRise bedrijven uit verschillende sectoren bij haar projecten betrekt.
Winnaar van de Postcode Loterij Green Challenge was overigens de Britse ondernemer Arthur Kay die met zijn bedrijf Bio-Bean brandstof onttrekt aan koffiedik. Met een cheque van een half miljoen euro kan hij dit concept verder ontwikkelen.

Artikel Amigoe, september 2014