Column-Haring met Kokosnoot

Bundel met columns van GDP Standplaats
Bundel met columns van GPD Standplaats

,,Waarom stopt de bus niet als ik met mijn hand zwaai”, vroeg een Nederlandse vriend, die onlangs gedurende drie weken mijn woning als uitvalsbasis voor zijn vakantie gebruikte. Een blanke vriend, moet ik daar voor de volledigheid aan toevoegen. “Ik weet het niet”, zei ik, “maar ik heb al vaker gehoord dat sommige buschauffeurs niet voor blanke mensen stoppen.” Dat weet ik – een Nederlander met melkchocolade-bruine huid – niet uit ervaring, maar ik heb het van horen zeggen.

Ik heb ook van horen zeggen, of ergens gelezen, dat die gierige Nederlanders zich overal mee willen bemoeien, het altijd beter weten en op hun eigen nuchtere manier ontzettende druktemakers zijn. Misschien heb ik het me zelf wel eens horen zeggen. Antillianen zijn zo relaxed, dat je ze rustig als lui kunt bestempelen, maar ze zijn wel gezellig en altijd te vinden voor een feestje waar ze dan bijzonder swingend kunnen dansen. Ook dit zouden mijn woorden wel eens kunnen zijn. Ik generaliseer, net als vele anderen.

Culturen

Ik ben al maanden bezig om uit te vinden, hoe dat nu precies zit met de Nederlanders, de Antillianen en de relatie tussen hen. Soms denk ik dat er helemaal geen uitwisseling van culturen is. Je kunt op Curaçao de typische Hollandse huisjes, zoals aan de Handelskade in Willemstad bezichtigen. Daar kun je komen via een lange omweg door de Rembrandtstraat, langs het Wilhelminaplein en over de Julianabrug, terwijl je bij het hotel van Nederlands grootste wegrestaurantketen een broodje haring met uitjes kunt kopen, die de eigenaar misschien wel bij het buitenlandse filliaal van Nederlands bekendste kruidenier heeft gekocht. En daarna met de bus naar een van de stranden, waar weliswaar palmbomen staan, maar waar je vrijwel geen enkele Antilliaan zal tegenkomen terwijl je naar nieuwste hit van Borsato luistert.

Cactus

Je kunt ook met de bus naar het westen van het eiland. Langs het dorpje Tera Kora (Rode Aarde), langs Tera Pretu (Zwarte Aarde), kokosnootmelk drinken bij een kraampje aan de kant van de stoffige weg en dan door een veld vol cactussen naar het strand. Een strandje, waar de enige publieke voorziening een prullenbak is en waar de Antilliaanse families en hun buren uitgebreid barbecueën tussen de kleine roeiboten van vissers, die rond 5.00 uur de zee opvaren om met de gevangen vis hun familie van brood voorzien. En ’s avonds naar een groepje muzikanten luisteren, terwijl een viertal grijze mannen luidruchtig domino speelt, rum drinkt en het leven analyseert. En je komt de hele dag geen blanke tegen.

“Bon dia”, wenste mijn vriend in zijn beste Papiaments een buschauffeur die wel stopte, “goede dag.” “Waar kom je vandaan”, vroeg de buschauffeur en keek in zijn achteruitkijkspiegeltje.
“Nederland.”
“Oh, ik ken ook iemand in Nederland. Koud daar, hè?”
“Nogal. Hier is het lekker warm.”
“Te warm.”
Het gesprek viel dood. Mijn vriend zei niet dat hij het helemaal niet warm vond, maar juist lekker. De chauffeur concentreerde zich, absoluut niet swingend, op het verkeer. Misschien hadden ze een slechte dag. Of misschien zijn Antillianen toch niet zo relaxed en gezellig en Nederlanders toch niet drukdoend en betweterig. Maar let wel: dat heeft u ergens gelezen.

Column voor de Gemeenschappelijk Persdiensten, 1998