Anbajsa Blanken bij Amsterdam Fashion Week

02-07-2016naAnbasja

Tijdens de Mercedez-Benz Fashion Week Amsterdam wordt deze week de Ala Blanka collectie getoond van de Curaçaose modeonwerpster Anbasja Blanken. “Het krijg zo’n intens gelukkig gevoel als mensen zich fantastisch voelen in mijn kleding. Dat is precies wat ik wil.”

Door Otti Thomas

Als ze al enige druk voelt, dan is dat niet te merken. Terloops vertelt modeontwerpster Anbasja Blanken dat ze nog twee weken de tijd heeft om dertien broeken te maken voor de Fashion Week Amsterdam; nagenoeg één broek per dag. “Volgende week komt er iemand helpen. Maar ik wilde zoveel mogelijk af hebben. De patronen zijn klaar, ik weet welke stof bij welk ontwerp hoort, welke afwerking nodig is. Dan kan ik het makkelijker uit handen geven.”
De ontwerpschetsen hangen aan de muur van haar kleine Amsterdamse woonkamer. Het is tevens haar atelier, inclusief professionele naaimachines, een gigantisch strijkijzer, paspoppen en rollen textiel, die ze altijd in Parijs haalt. ”Ik neem wel een kleurenkaart mee, maar ik wil me vooral laten inspireren door de stoffen die ik aantref.”
Blanken is een van de deelnemers aan de 25ste Mercedez-Benz Fashion Week Amsterdam, die gisteren is begonnen. Het thema van haar collectie broeken is de paradijsvogel. “Ik wil dat de vrouwen die mijn broeken dragen, zich voelen als een paradijsvogel die flaneert binnen de natuur.” De collectie, genaamd Ala Blanka, verwijst ook naar haar kinderjaren op Curaçao. “De Curaçaose Ala Blanca-duif staat voor vrijheid. Ik heb de ‘c’ in een ‘k’ veranderd, dus het is ook Ala Anbasja Blanken. Ik wilde meer terug naar mijn roots.”

Fragment interview Ñapa, juli 2016

Astrid Roemer: Meer verdriet dan vreugde

28-05-2016naRoemer

De Surinaamse schrijfster Astrid Roemer is de eerste Caribische auteur die de PC Hooftprijs in ontvangst mocht nemen. Ze draagt hem op aan andere Caribische auteurs, onder wie Frank Martinus Arion. “Ik houd van zijn romans want die gaan over mensen die ik herken, personen zoals ik en over levens die invoelbaar zijn.”

Door Otti Thomas Foto’s Mylène Siegers

“Kijk nou! Wie kan dit nu niet mooi vinden,” antwoordt Astrid Roemer op de vraag hoe ze uitreiking van de PC Hooftprijs ervaart. Ze neemt felicitaties in ontvangst, spreekt ze met aanwezigen en poseert voor foto’s met oude vrienden en onbekende bewonderaars. Misschien is ze niet helemaal op haar gemak, maar de 69-jarige Surinaamse schrijfster is dan ook niet opgegroeid met de sociale verplichtingen van de selfiegeneratie.
Ruim een week geleden kreeg Roemer de toonaangevende PC Hooftprijs 2016 voor auteurs van Nederlandstalige literatuur, poëzie en essays. Een vakjury erkende hiermee de relevantie en eigenheid van Roemers romans. “Politiek engagement en literair experiment gaan bij Roemer hand in hand. Naar het oordeel van de jury leidt dat tot romans die tegelijk scherpe en relevante interventies in het publieke debat zijn èn complexe literaire verbeeldingen van de geschiedenis van Suriname.”

(…)

Toch draagt ze de prijs op aan andere Caribische schrijvers. Ze verzocht de stichting P.C. Hooftprijs om de namen van vijf auteurs in de prijs te graveren: de Surinaamse auteurs Bea Vianen, Edgar Cairo en Anil Ramdas en de Curaçaose schrijver Frank Martinus Arion. “Mijn bloedgroepauteurs hebben net als ik de worsteling gekend met een identiteit die meer belastend is dan bevrijdend, die meer verdriet heeft gegenereerd dan vreugde. En niet omdat met individuen uit gekoloniseerde leefgebieden, iets niet in orde is, maar omdat een dergelijke etnisch-culturele identiteit overal ter wereld meebeweegt met de waan van de dag, zoals bij een beursgenoteerde waarde.”
Roemers P.C. Hooftprijs is dus een beetje een Caribische prijs, net zoals Roemer stiekem een beetje gezien mag worden als een Curaçaose auteur. Bewust koos ze tijdens de uitreiking voor een optreden door Izaline Calister. Ze belde de Curaçaose zangeres met het verzoek om drie liedjes te zingen, waaronder het tweetalige ‘Abraca me/Omhels me dan’ van de Nederlandse band BLØF en de Portugese zanger Fernando Lameirinhas. ”Het is toch ook een beetje Papiaments,’ had ze tegen Calister gezegd.

Fragment interview Napa (mei 2016)

Curaçao tussen vakantieoord en thuis

Ik heet JuliusVeel boeken die zich op Curaçao afspelen gaan ook over Curaçao. De roman fungeert als kapstok voor een ode aan de Caribische cultuur. Het eiland als locatie en als hoofdrolspeler. Of op zijn minst als onmisbare context voor een verhaal over de littekens van de koloniale tijd of over de spanning tussen verschillende culturen. Die focus op Curaçao valt goed te verklaren. Er was tientallen jaren een groot gebrek aan herkenbare verhalen binnen een Caribische context. Het gemis resulteerde in geweldige literaire klassiekers.

Curaçao kan ook schitteren als figurant, blijkt uit de roman ‘Ik ben Julius’. Het is de tweede roman van Martijn Simons, die in 2010 debuteerde met Zomerslaap. Hoofdpersoon Julius vertrekt van de ene op de andere dag van Curaçao naar Nederland om te zorgen voor zijn vader, terwijl deze van een herseninfarct herstelt. In zijn ouderlijk huis denkt Julius terug aan de twaalf maanden die hij op Curaçao verbleef, maar vooral aan zijn jeugd in Amsterdam Zuid; hij denkt aan de moeizame relatie tussen zijn Curaçaose moeder en Nederlandse vader, aan zijn ambitieuze broer David en aan zijn nichtje Mimi, die hem de bijnaam Skip gaf. In de korte tijd dat ze bij het gezin woonde, leek ze een onuitwisbare indruk op iedereen te maken.

(…)

Een frisse en treffende beschrijving van Curaçao is natuurlijk niet voldoende voor een boeiend verhaal. Auteur Simons maakt iets te vaak gebruik van vergelijkingen. “De aderen aan de binnenkant van zijn arm zijn bleekblauw, duiken weg onder zijn ziekenhuispyjama als een metro in een tunnelbuis.” Maar de worsteling van Julius met zijn verleden is meeslepend. De onverwachte gedachtesprongen maken het makkelijker voor lezers om zich in te leven in de hoofdpersoon en zorgen voor een groeiend verlangen naar antwoorden. Simons wacht tot de laatste pagina’s voor hij duidelijkheid geeft; althans een beetje duidelijkheid. Niet alle vragen worden beantwoord. Voor ‘Ik ben Julius’ geldt dat de reis belangrijker is dan de bestemming. Het is een reis door het hoofd van Julius met een verfrissende tussenstop op Curaçao.

Fragment recensie Napa (mei 2016)

Dichterlijke ode aan jarig Aruba

Recensie Napa Orman Nicolaas“De vlag ging omhoog en wapperde na jaren. Ogen vol emotie zien naar boven, volgen het plechtige moment. Hij was er niet, de vader van de pasgeborene, die tot vandaag uitzinnig rouwt, om zijn afwezigheid die blijvend is.”

Zonder een seconde na te hoeven denken, zal elke Arubaan of ‘Antilliaan’ begrijpen dat dit een beschrijving is van 1 januari 1986 toen Aruba officieel een status aparte had en van de pijnlijke werkelijkheid dat de voorvechter van die status, Betico Croes, deze gebeurtenis zelf niet meer meemaakte. Maar verder buiten de Caribische landsgrenzen zijn weinig mensen bekend met dat moment en de bijbehorende emoties, terwijl die geschiedenis door de viering van 30 jaar Status Aparte toch bijzonder actueel is.

In de Knipscheer gaf twee dichtbundels uit, die een stap zijn in de richting van meer bekendheid over Aruba, de status aparte en vaderlandsliefde. Het zijn Als de Aloë Sluimert en Doorwaaiwoning, respectievelijk van Quito Nicolaas en Olga Orman. Beide Arubanen wonen in Nederland en zijn betrokken bij schrijversgroep Simia Literario en beiden schrijven hoofdzakelijk in het Papiaments.

Vertaler Fred de Haas vond dat een gemis voor mensen die het Papiaments niet machtig zijn. Hij selecteerde en vertaalde daarom tientallen gedichten van Nicolaas en Orman.

“Het bijzondere van deze selectie is dat de lezer iets meer te weten komt van de geschiedenis, cultuur en levensstijl van een Caribisch volk, dat, ofschoon verbonden met de geest van Europa, niet zonder meer aansluiting heeft met de Europese manier van denken en voelen,” schrijft Nicolaas in het voorwoord van Als de Aloë sluimert.

Fragment recensie Ñapa (april 2016)

Petje af voor Orlando Jacobus

Interview Orlando Jacobus

In 2014 werd hij Haagse Conciërge van het Jaar en in 2015 ontmoette hij Louis van Gaal. De 60-jarige Orlando Jacobus heeft het verdiend. “De Curaçaose cultuur en manier van leven ben ik eigenlijk pas in Nederland gaan waarderen. Genoegen nemen met weinig. Genieten van het leven.”

“Ik hou van de geur van de school na vakanties. Als alle ruimtes dagenlang afgesloten zijn geweest,” zegt schoolconciërge Orlando Jacobus, onderweg naar het computerlokaal van de Sint Carolusschool in Den Haag. Hij heeft net laten zien hoe fris en schoon de gymzaal is, na een nieuwe laag verf voor de muren en kozijnen. Hij schilderde in de weekenden, meezingend met Caribisch muziek. “Weet je hoeveel het kost om dit door een bedrijf te laten doen,” zegt hij.

(…)

Wie de 60-jarige Curaçaoënaar ontmoet, begrijpt meteen waarom hij in 2014 werd gekozen tot Haagse Conciërge van het Jaar. Geen collega of leerling heeft hem ooit betrapt op een chagrijnige bui, schreven de kranten: “Of hij nu in de stromende regen bladeren van het schoolplein veegt of braaksel opruimt van een zieke leerling: het lachen vergaat hem nooit.” Jacobus verwees desgevraagd naar zijn Curaçaose roots. “Ik ben al snel tevreden,” zei hij destijds.

Interview voor Ñapa, maart 2016

Gezichten van Aruba

HILVERSUM-Een persoonlijke favoriet van Raymond Rutting is de foto van de Arubaanse Paula Ochoa, haar gezicht bedekt met zand. “Ik werd geïnspireerd door de film Gladiator waarin een Romeinse strijder aan een handvol aarde rook omdat hij zoveel van zijn land hield,” zei de fotograaf. “Het hagelwitte zand is natuurlijk kenmerkend voor Aruba.”

(…)

Door de lens van Rutting zien bekende locaties en inwoners van Aruba er opeens gewoon maar toch anders uit. Soms bijna onwerkelijk, zoals op de foto van Johanna Wolff in haar huiskamer vol herinneringen aan haar overleden man. Of de foto van de sigaarrokende Benjamin Petrochi van Aruhiba, zijn gezicht subtiel verlicht tegen een achtergrond van neonletters. Een ander voorbeeld is de foto van de Arubaan, die balanceert tussen een gokautomaat en de Mercedes die hij wil winnen. “Hij probeert de auto met zijn ene hand in te stralen. Aan zijn uitdrukking is te zien dat hij nog niet veel geluk heeft,” zei Rutting.

Fragment artikel Amigoe, 3 februari 2016

03-03-2016cGezichten_van_Aruba

Ontroerend beeld LHBT’s in One Kingdom, One Love

One Kingdom - One LoveEnthousiast dansende lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) tijdens de jaarlijkse Gay Pride in Amsterdam. Het is een bekend beeld, maar zelfs in het liberale Nederland klinkt zo nu en dan de vraag waar de behoefte vandaan komt om zo ontzettend uitbundig te feesten. De documentaire One Kingdom, One Love vertelt het verhaal achter die blije en trotse gezichten, zodat de kijker geneigd is om te zeggen: Doe er nog maar een schepje bovenop. Je hebt het verdiend.

One Kingdom, One Love, die deze week in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam werd vertoond, gaat over de individuele en gezamenlijke strijd voor LHBT-emancipatie in het Caribisch Gebied. De documentaire vloeit voort uit de deelname van de gelijknamige Koninkrijksboot aan de Gay Pride Canal Parade in augustus 2015, een initiatief van de Curaçaose onderneemster Ramona Pikeur en de cultureel attaché van het Arubahuis Angelo Tromp.

Fragment artikel Amigoe, december 2015

Vornis: Dubbele pet Raad van State knelt

De Raad van State. Het instituut waar met name in Curaçao, Aruba en Sint Maarten lange tijd de hoop op gevestigd was bij conflicten met Nederland. Het instituut dat jaar na jaar in zijn jaarverslag pleit voor meer samenwerking binnen het Koninkrijk en waarschuwt voor de spanningen. Daarin lijkt een kentering zich af te tekenen. Een mogelijke verklaring daarvoor, zegt Robert Vornis, is dat de Raad van State worstelt met zijn eigen rol binnen het Koninkrijk.

Na een lidmaatschap van drie-en-een-half jaar van de Raad trad Vornis terug op 1 mei; de eerste dag die volgde op de maand dat hij 70 werd. Het is de wettelijk voorgeschreven ontslagdatum voor staatsraden uit Nederland. ”Je wordt benoemd voor het leven. Blijkbaar verwachten ze niet dat je ouder dan zeventig wordt,” lacht hij.

Interview Vornis - deel 122-10-2015cInterviewVornis Amigoe2

Fragment interview voor Amigoe, oktober 2015

Staten-Generaal viert verjaardagsfeestje

200 jaar Staten-GeneraalDe Staten-Generaal vierde gisteren een opmerkelijk modern verjaardagsfeestje, zeker voor een deftige 200-jarige die doorgaans veel belang hecht aan traditie en protocol. De genodigden, onder wie Koning Willem Alexander en de Statenvoorzitters en Gevolmachtigde Ministers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten, konden genieten van een stuntende fietser, een rockende harpist en country-folkzanger Douwe Bob.

De Staten-Generaal is de officiële term voor de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer, die op 16 oktober 1815 voor het eerst samen vergaderden. Tijdens de viering in de Ridderzaal werd in filmpjes en toespraken de ontwikkeling van het instituut belicht. Een parlement van benoemde ‘Edel Mogende Heeren’ veranderde gedurende twee eeuwen in gekozen volksvertegenwoordiging van mannen en vrouwen, die zowel tijdens debatten als via sociale media als twitter hun mening met iedereen delen.

Fragment van verslag voor Amigoe, oktober 2015

Schaamte, trots, geweld en liefde

De kaft van Schutkleur is eenvoudig, maar veelzeggend. Hij toont een ritssluiting tussen de kleuren blank en bruin. De afbeelding roept de vraag op of de rits op het punt staat om beide kleuren dichter bij elkaar te brengen of verder van elkaar te verwijderen. Of misschien blijft die ritssluiting wel permanent op dezelfde plaats; niet open en niet dicht. “De ritssluiting verwijst naar een samenleving die maar niet in elkaar lijkt te passen,” zei auteur Bernadette Heiligers.

Schutkleur is een van de vele nieuwe publicaties van In de Knipscheer. De uitgeverij presenteerde de boeken op zondag 13 september in Podium Mozaïek in Amsterdam. Anders dan in voorgaande jaren werden er geen boeken uit of over Suriname en Nederlands-Indië gepresenteerd. “Ik vind het juist interessant om de overeenkomsten tussen voormalige Nederlandse koloniën aan te tonen, maar bezoekers willen graag met bekenden onder elkaar zijn en luisteren naar verhalen waar ze echt iets mee hebben,” zei directeur Franc Knipscheer.

Voor Schutkleur gaat dat in ieder geval op, bleek uit de reacties van het publiek. Het is de debuutroman van Heiligers, die in 2008 de verhalenbundel Flecha schreef en in 2012 de biografie Pierre Lauffer – Het bewogen leven van een bevlogen dichter. In Schutkleur krijgt hoofdpersoon Corina de opdracht om een vriendenboek samen te stellen voor haar neef Harold. Op zoek naar anekdotes, stuit Corina op de spanningen binnen de familie en kring van vrienden. Aan de basis liggen gevoelens van schaamte of trots voor de eigen cultuur of sociale status en bewondering, afkeer of onbegrip voor andere culturen.

Fragment verslag boekenpresentatie In de Knipscheer (Ñapa, september 2015)

26-09-2015naKnipscheer_2015groot