VLISSINGEN-Een rare houten constructie blijkt bij nadere bestudering het verweerde interieur van een gekantelde boot te zijn. Door twee van de drie ramen is een helder blauwe zee met witte schuimkoppen te zien. Als de kapitein in 2006 bij daglicht aan de grond zou zijn gelopen bij Klein Curaçao was dit zijn uitzicht geweest. Maar ja, bij daglicht was hij waarschijnlijk niet gestrand.
De Gevolmachtigde Minister van Curaçao Marvelyne Wiels opende afgelopen vrijdag in Vlissingen de expositie Bunitesa di Dekadensia (Schoonheid van Verval) met foto’s van Monique Harbers. Het maritiem museum MuZEEum was zo onder de indruk van de foto’s die Harbers vanuit een mini-onderzeeër maakte en die in 2012 in het Curaçaos Maritiem Museum werden tentoongesteld, dat ze werd uitgenodigd voor een expositie in Vlissingen.
Een foto van een gezonken schip en Harbers fascinatie voor de uitstraling van verweerde oude objecten waren bepalend voor het onderwerp: foto’s van scheepswrakken en enkele onderwaterfoto’s. Tegelijkertijd werd met die keuze de overeenkomst benadrukt tussen Vlissingen en Curaçao, beide afhankelijk van de zee en bovendien respectievelijk beginpunt en bestemming in de trans-Atlantische handel in goederen en slaven. “De expositie toont aan dat wij een verleden met elkaar delen, maar ook een heden en een toekomst,” aldus minister Wiels.
Stoomketel
Harbers zei in haar welkomstwoord dat ze oorspronkelijk alleen Nederlandse wrakken wilde fotograferen. “Het liefst had ik een onbekend Nederlands scheepswrak ontdekt, maar die liggen vaak op een enorme diepte. Pas toen ik mijn oorspronkelijke idee eenmaal had losgelaten, vond ik grappig genoeg de stoomketel van de Oranje Nassau, een Nederlands passagiersschip gebouwd in 1884 dat in 1906 verging.”
Op de foto lijkt de stoomketel aanvankelijk een verroest olievat, maar net als bij de gestrande boot, vallen na enkele seconden de details op. Een rond gat omringd door kleinere gaten waar vermoedelijk een pijp was bevestigd en een donkere schaduw onder de waterspiegel, die kijkers enig inzicht geeft in de omvang van de ketel.
Wrakkenbaai
Het zijn dus niet alleen vergane schepen uit Nederland die Harbers fotografeerde, maar dat is van ondergeschikt belang. Harbers wil de kijkers vangen met beelden, die haar fascineerden en niet meer loslieten. Het zijn dus vooral de contrasten tussen het blauw van de zee en het bruin, rood en grijs van verroest ijzer die opvallen. Het frisse wit van opspattend water voor het donkere verwrongen metaal en hout van een nagenoeg compleet scheepswrak. Of de gifgroene water van de zogeheten Wrakkenbaai, zo ontzettend vervuild dat het met een dam het Schottegat is afgesloten. François van der Hoeven van het NAAM begeleidde haar naar de twee platbodemschepen die hier zij aan zij steeds verder met hun omgeving samensmelten.
De foto’s van Harbers draaien vooral om de kleuren en de vormen. Al geeft maakt het bijbehorende verhaal de foto’s soms wel mysterieuzer. Waarom het gekantelde schip in 2006 aan de grond liep, is nooit opgehelderd. Was de vuurtoren defect of kwam het toch door de Franse zeekaart, waarin de vuurtoren op de verkeerde locatie stond?
De expositie Bunitesa di Dekadensia in het MuZEEum is tot en met 28 september te zien.