Openhartig portret René van Nie

UTRECHT-“Ik had eigenlijk besloten om nooit meer in de publiciteit te treden. Maar deze jongens waren ontzettende doorzetters. Ik waardeer het als mensen alles op alles zetten om een film te maken. Ze verdienen een geweldige toekomst in de filmindustrie,” aldus René van Nie.
Het compliment van de 76-jarige regisseur was gericht aan Raymon Hilkman en Guido Franken, makers de documentaire René van Nie – Kind van de Zon, die afgelopen weekend zijn première had in Utrecht. Er wordt nog overlegd over een uitzending op de Nederlandse en Arubaanse televisie.

Hilkman en Franken, filmliefhebbers met een gedeelde fascinatie voor films uit de jaren zeventig, kwamen toevallig in contact met Van Nie. Hilkman kwam hem tegen in 2013 toen hij stage liep op Aruba en wist hem over te halen om mee te werken. “Hiermee brengen we niet alleen René als mens en maker in beeld, maar wordt tevens een unieke blik geworpen op een belangwekkende periode uit onze vaderlandse filmgeschiedenis,” aldus de twee makers in een toelichting.


Openhartig
René van Nie; Kind van de Zon blijkt een verrassend openhartig en eerlijk portret van de eigenzinnige regisseur, die sinds 1988 op Aruba woont. Hij wordt door zijn vakgenoten geprezen voor zijn eigenzinnige aanpak als regisseur, waarmee hij in staat was acteurs boven zichzelf uit te laten stijgen. Van Nie schreef weliswaar een script, maar was vervolgens zo ontzettend benieuwd wat de acteurs daarmee deden, dat scenes vaak spontaan werden ingevuld. Hij wist precies de acteurs en actrices te vinden die daarmee om konden gaan, onder wie Cor van Rijn, vooral bekend van jeugdseries, en Josée Ruiter. Haar rol als psychiatrische patiënt in Van Nie’s Kind van de Zon betekende haar doorbraak bij het grote publiek.

Rare vogel

Tegelijkertijd is niemand in de documentaire terughoudend. Behalve anekdotes over Van Nie’s populariteit bij de vrouwen, vertellen zijn dochters Fanny en Nada ook dat hun vader wel iets destructiefs heeft en afstand neemt als iets te dichtbij komt. Met uitzondering van Cor van Rijn, met wie Van Nie bevriend blijft, wordt dit bevestigd door zijn collega’s. “Ik heb eigenlijk niets meer van hem gehoord. We hadden nog wel samen een film kunnen maken,” vertelt acteur Rene van Asten. ”Het is een rare vogel, een eigenheimer,” zegt Bubo Damen, in de jaren zeventig de rechterhand van de regisseur.

Het meest openhartig is Van Nie zelf. “Ik moet niet teveel gezeur hebben, want dan hou ik ermee op,” zegt hij in de documentaire. Om die reden maakte hij nooit zijn zesde speelfilm; een verfilming van Schilden van Leem van Boeli van Leeuwen. Met geen van de zogeheten scriptdokters die hem werden toegewezen, bereikte hij overeenstemming over het verhaal. Vervolgens legde hij zich met succes volledig toe op het maken van documentaires.
“Misschien ben ik wel iets te gemakzuchtig geweest,” zegt hij terugkijkend op zijn carrière. Dan krijgt hij de vraag of hij alsnog een speelfilm zou maken, als hij een zak geld zou krijgen. Hij aarzelt en zegt dan: “Als je het me vijf jaar geleden had gevraagd, had ik het niet gedaan. Maar nu ik oud ben, zou ik het alsnog doen. Ik vind filmmaken weer leuk.”

René van Nie; Kind van de Zon is een productie van Buzz Media en Boomerang Producties.

Gedichten en muziek centraal bij boekenfestijn

In november 2011 zat Diana Lebacs achter haar bureau, een pen in de aanslag, achter een wit vel papier. “Ik ben erg taakgericht, want mijn sterrenbeeld is maagd,” onderbreekt ze haar eigen verhaal. Ze had eigenlijk gedacht dat ze 2, 3 of 4 november 2011 had kunnen noteren als de einddatum van een periode van gedichten schrijven, een verwachting die gebaseerd was op haar ervaring in voorgaande jaren. Een jaar eerder schreef ze immers ‘3 november 2010’ op een verzameling gedichten, die naar haar gevoel in een lange sessie van een aantal maanden waren ontstaan. En twee jaar eerder schreef ze ‘2 november 2008’ als symbolische einddatum van een sessie die in 2007 was begonnen. “Maar er was helemaal niets in november 2011. En ook niet in november 2012. Ik voelde toen goed dat het schrijven van een gedicht niet geforceerd kan worden.”

Bezoekers van Podium Mozaïek in Amsterdam werden begin deze maand getrakteerd op tal van leuke anekdotes over het schrijverschap. Voor het vierde achtereenvolgende jaar organiseerde uitgever Franc Knipscheer een boekenfestijn om aandacht te vragen voor nieuwe uitgaves. Uitgeverij In de Knipscheer, opgericht in 1976, stond aan het begin van de carrière van schrijvers als Leon de Winter, Marion Bloem, Herman Brusselmans en Sjoerd Kuyper, maar dankt zijn bekendheid in het Caribisch gebied vooral aan de uitgave van boeken van Antilliaanse en Surinaamse schrijvers, onder wie Diana Lebacs.

(…)

Behalve de dichtbundels van Curaçaoënaars presenteerde In de Knipscheer ook nieuwe publicaties uit en over Suriname en Nederlands-Indië. Muziek is het centrale thema van Roep der Verten; een 560 pagina’s tellend onderzoek naar de geschiedenis van de Krontjong-muziek uit Nederlands-Indië. Schrijfster Lutgard Mutsaers reikte een eerste exemplaar uit aan Ernst Janz, oprichter van Nederpop-band Doe Maar. Nadat de band in 1984 uit elkaar ging, nota bene enkele maanden na concerten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten, verdiepte hij zich steeds meer in zijn Indonesische wortels en daarmee ook de krontjong-muziek. Op de cd die bij Roep der Verten hoort, staat onder meer zijn moderne krontjong nummer Tessa.

Fragment verslag In de Knipscheer boekenfestijn, Ñapa, oktober 2014

Hermelijn belicht racisme

Rascisme in Nederland ligt ten grondslag aan de dood van een Curaçaose student in de roman Florinda’s tweede keus. Schrijver Jacques Hermelijn wordt echter ook geprezen voor zijn aandacht voor racisme op Curaçao.

Verslag voor de Ñapa, oktober 2014

Ontroerd door Tip Marugg

Felix Strategier zit niet langer in theater de Roode Bioscoop in Amsterdam, maar voor een huis in Pannenkoek op Curaçao. De zaal verandert in een tuin. Waar eerst nog stoelen stonden, tiert onkruid welig tussen roestbruin witgoed. Het antieke hout van de bar trekt krom als de stam van de oude kreunende Indjuboom.

Terwijl ik in mijn enigheid halfdronken op de stoep van mijn woning zit te mijmeren, is de nacht mijn zwarte vrouw. In de omhelzing van haar sterke, kanelen armen voel ik mij heersziek en beschut tegelijk. (…) Ik druk mijn rug tegen haar enorme borsten en wanneer de warmte van haar vlees wordt overgedragen op mijn huid ben ik in staat alle littekenende herinneringen met één hand uit te wissen,” zegt Strategier. Hij draagt de teksten voor alsof hij ze ter plekke bedenkt, inclusief pauzes waarin hij niet twijfelt, maar simpelweg zoekt naar de juiste woorden voor zijn gedachten.

“Mooi he,” glimlacht hij dan en is weer terug in de Amsterdamse theaterzaal. Hij doelt op het taalgebruik van de Curaçaose schrijver Tip Marugg (1923-2006). Het fragment is afkomstig uit diens derde en tevens laatste roman, ‘De morgen loeit weer aan’. De gelijknamige voorstelling van Theatergroep Flint is te zien tijdens het Boeli & Tip festival in Teatro Luna Blou volgend op uitvoeringen in Amsterdam van 4 tot en met 7 september in de Roode Bioscoop.

Foto: Krijn van Noordwijk
Foto: Krijn van Noordwijk

Fragment interview Felix Strategier over de voorstelling De Morgen Loeit weer aan, Ñapa, 2014

Recensie: Kijken door de ogen van Derek Walcott

“Antilliaanse kunst is de restauratie van een uiteengespatte geschiedenis.” Het citaat van dichter Derek Walcott is veelzeggend. Het geeft blijk van zijn geweldig gevoel voor taal en getuigt van een onvoorwaardelijke liefde en waardering voor de kunst uit het hele Caribisch gebied, waar ‘Antilliaans’ in dit verband betrekking op heeft.
Walcott verwoordde zijn liefde voor de inwoners en cultuur van de Caribische eilanden al treffend in honderden gedichten en tientallen toneelstukken. Kan een ander nog iets zinnigs toe te voegen aan de woorden van een man, die zelf uiterst bedreven is om zich uit te drukken? Is het nodig om extra aandacht te vragen voor iemand die de Nobelprijs voor de Literatuur won en dus een internationaal publiek heeft? Het antwoord is een volmondig ja.

Derek Walcott

Opgewonden

Uit de film Poetry is an Island van Ida Does blijkt nog eens extra hoe groot de liefde is die Walcott voelt voor de Caribische cultuur en met name zijn geboorte-eiland St. Lucia. “Ik raakte al op jonge leeftijd opgewonden als ik in de literatuur iets las over mijn eiland en ik raakte opgewonden bij de gedachte dat ik de plekken kon beschrijven die ik zag. Het was letterlijk een lichamelijke ervaring,” zegt hij hier zelf over. Door de prachtige natuuropnames kost het voor de kijker weinig moeite om te zien wat Walcott als jongen zag en te voelen wat hij voelde. Beelden van een feest door de Indiase gemeenschap in Trinidad maken duidelijk waar Walcott over sprak in zijn Nobel Lecture, zijn voordracht na de toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur in 1992.

Vurig

Poetry is an Island voorziet Walcott van de omgeving waar hij over schrijft. Hartstochtelijk pleit hij voor de erkenning van de kunst, bijvoorbeeld door de bouw van een theater of het gebruik van het aan hem toegewezen Rat Island als rustige werkplek voor kunstenaars uit de hele wereld. Vurig protesteert hij tegen de bouw van een hotel aan de voet van de Saint Lucia Pitons, de twee bergen die het eiland kenmerken.
Cruciaal voor de context zijn ook de vrienden, collega’s en familieleden van Walcott die aan het woord komen. Kunstenaar Dunstan St. Omar bijvoorbeeld, aan wie Walcott in zijn gedicht ‘Another Life’ een ode bracht. “Omdat die grote man over mij heeft geschreven, ben ik poëzie geworden,” zegt St. Omar, die zijn eerste schilderijen overigens maakte op Curaçao. Een andere inwoner van Saint Lucia benadrukt het belang van Walcott voor de gemeenschap van Saint Lucia en beklaagt zich over het verval van het geboortehuis van de schrijver. Later blijkt dat hij zelf het initiatief heeft genomen voor de renovatie.
Er zijn niet alleen maar lovende woorden voor Derek Walcott. Zijn ijzeren discipline en toewijding maken hem moeilijk in de omgang. Woedend kan hij zijn op acteurs die te laat zijn voor de repetitie van een toneelstuk. “De enige geldige reden om te laat te komen, is het overlijden van je moeder,” herinnert een acteur zich een uitspraak van Walcott. Collega’s zijn soms echt bang voor hem.

Tranen

Does confronteert Walcott eigenlijk nergens rechtstreeks met die mindere karakter eigenschappen, maar de samenwerking met hem verliep ook erg soepel met uitzondering van de keer dat ze werd weggestuurd van zijn erf. Bovendien valt uit het meest indrukwekkende fragment van de film wel af te leiden dat Walcott een emotionele man is. Als hij een gedicht voorleest over zijn dementerende moeder schieten de tranen in zijn ogen. “Ik kan het niet,” zegt hij en legt het boek weg. Met een gebroken stem brengt hij uiteindelijk toch tot een goed einde.

Recensie voor Amigoe, 2014

05-04-2014c09Walcott

Harbers vangt kijkers met kleuren

VLISSINGEN-Een rare houten constructie blijkt bij nadere bestudering het verweerde interieur van een gekantelde boot te zijn. Door twee van de drie ramen is een helder blauwe zee met witte schuimkoppen te zien. Als de kapitein in 2006 bij daglicht aan de grond zou zijn gelopen bij Klein Curaçao was dit zijn uitzicht geweest. Maar ja, bij daglicht was hij waarschijnlijk niet gestrand.

Bunita di Dekadensia
Bunita di Dekadensia

De Gevolmachtigde Minister van Curaçao Marvelyne Wiels opende afgelopen vrijdag in Vlissingen de expositie Bunitesa di Dekadensia (Schoonheid van Verval) met foto’s van Monique Harbers. Het maritiem museum MuZEEum was zo onder de indruk van de foto’s die Harbers vanuit een mini-onderzeeër maakte en die in 2012 in het Curaçaos Maritiem Museum werden tentoongesteld, dat ze werd uitgenodigd voor een expositie in Vlissingen.
Een foto van een gezonken schip en Harbers fascinatie voor de uitstraling van verweerde oude objecten waren bepalend voor het onderwerp: foto’s van scheepswrakken en enkele onderwaterfoto’s. Tegelijkertijd werd met die keuze de overeenkomst benadrukt tussen Vlissingen en Curaçao, beide afhankelijk van de zee en bovendien respectievelijk beginpunt en bestemming in de trans-Atlantische handel in goederen en slaven. “De expositie toont aan dat wij een verleden met elkaar delen, maar ook een heden en een toekomst,” aldus minister Wiels.

Stoomketel

Harbers zei in haar welkomstwoord dat ze oorspronkelijk alleen Nederlandse wrakken wilde fotograferen. “Het liefst had ik een onbekend Nederlands scheepswrak ontdekt, maar die liggen vaak op een enorme diepte. Pas toen ik mijn oorspronkelijke idee eenmaal had losgelaten, vond ik grappig genoeg de stoomketel van de Oranje Nassau, een Nederlands passagiersschip gebouwd in 1884 dat in 1906 verging.”
Op de foto lijkt de stoomketel aanvankelijk een verroest olievat, maar net als bij de gestrande boot, vallen na enkele seconden de details op. Een rond gat omringd door kleinere gaten waar vermoedelijk een pijp was bevestigd en een donkere schaduw onder de waterspiegel, die kijkers enig inzicht geeft in de omvang van de ketel.

Wrakkenbaai

Het zijn dus niet alleen vergane schepen uit Nederland die Harbers fotografeerde, maar dat is van ondergeschikt belang. Harbers wil de kijkers vangen met beelden, die haar fascineerden en niet meer loslieten. Het zijn dus vooral de contrasten tussen het blauw van de zee en het bruin, rood en grijs van verroest ijzer die opvallen. Het frisse wit van opspattend water voor het donkere verwrongen metaal en hout van een nagenoeg compleet scheepswrak. Of de gifgroene water van de zogeheten Wrakkenbaai, zo ontzettend vervuild dat het met een dam het Schottegat is afgesloten. François van der Hoeven van het NAAM begeleidde haar naar de twee platbodemschepen die hier zij aan zij steeds verder met hun omgeving samensmelten.

De foto’s van Harbers draaien vooral om de kleuren en de vormen. Al geeft maakt het bijbehorende verhaal de foto’s soms wel mysterieuzer. Waarom het gekantelde schip in 2006 aan de grond liep, is nooit opgehelderd. Was de vuurtoren defect of kwam het toch door de Franse zeekaart, waarin de vuurtoren op de verkeerde locatie stond?
De expositie Bunitesa di Dekadensia in het MuZEEum is tot en met 28 september te zien.

Zorg Primair: Centrum voor Creatief Leren

De 17-jarige Gijs Hermans is hoogbegaafd, maar de foutieve diagnose ‘autistisch’ zorgt voor een groot gebrek aan zelfvertrouwen. Het Centrum voor Creatief Leren helpt hem weer op weg, mede door zijn programmeertalent te stimuleren. Een andere manier van complimenteren is vaak een eerste stap.

Intuïtief verbanden leggen

Gijs Hermans is creatief op een wijze die niet direct voor de hand ligt. Hij beschikt over logische, matematische intelligentie. “Gijs is creatief met programmeren, kan intuïtief verbanden leggen tussen verschillende soorten data,” legt bestuurslid Albert Kaput van het Centrum voor Creatief Leren uit.

Artikel voor Zorg Primair in samenwerking met Anita de Jager, 2013

ZorgPrimair2013

Recensie: Tropisch Koninkrijk geeft de zweep

Naast de ongekende schoonheid van het Caribisch gebied toont de expositie Tropisch Koninkrijk vooral de bittere realiteit. Bezoekers worden in museum De Fundatie geconfronteerd met de schaduwzijde van het paradijs. De expositie, die tot en met 16 maart te zien is, werd donderdag geopend door Ank Bijleveld-Schouten, commissaris van de Koning in Overijssel.
Directeur Ralph Keuning omschreef Tropisch Koninkrijk, samengesteld door publicist Maarten Jager, als een inhaalslag voor het Zwolse museum met een zwaartepunt bij Europese kunst. “De kunstenaars uit de zes Caribische eilanden staan op een jaloersmakende wijze met beide benen in een reeks verschillende kunsttradities die ze samenvoegen in werk dat dicht op de hartslag van de tijd zit,” zei hij.

Het werk van Evelien Sipkes blijkt al voor de officiële opening enorm populair. De sieraden die ze maakt, schijnen de afgelopen jaren in groter te zijn geworden, maar blijven tegelijkertijd tot op de millimeter gedetailleerd, ongeacht de materialen die Sipkes gebruikt. Indrukwekkend is ook de installatie Growing Still, Still Growing, een gordijn van gestileerde porseleinen bladeren, die zo nu en dan zachtjes bewegen als er iemand langs loopt. Een zen-achtig bos, noemt ze het zelf.

Confrontatie

Scherp contrasterend met die installatie van Sipkes is Islas Unitiles van Herman van Bergen, dat zich op dezelfde verdieping bevindt. De massieve muur confronteert de kijker met de waardevolle bodemschatten van een eiland dat door de ontdekkingsreizigers als nutteloos werd betiteld: Hard hout, paraffine, rode aarde en zelfs donkergrijs asfalt, dat in combinatie met de andere materialen een veel krachtigere uitstraling heeft dan het doorgaans heeft op de openbare weg. De materialen zijn aangebracht in een muur van sumpiña’s, de doornen die het resultaat zijn van de respectloze behandeling van de natuur. Het wordt tijd dat men zich bewust wordt van het feit dat Curaçao alles behalve nutteloos is en wat meer respect toont voor de natuur en de medemens, is de boodschap van Van Bergen.

(…)

Het werk dat mogelijk het meest confronterend en actueel is, werd gemaakt door Ruben La Cruz en Karolien Helweg. In A Kingdom of Contrasts laat hij de Nederlandse politicus Geert Wilders vechten met Helmin Wiels, gesymboliseerd als twee enorme hanen van hout. De toeschouwers zijn bekende Caribische politici als Mike Eman, Sarah Wescot-Williams en Ivar Ajses, maar ook Koning Willem-Alexander, Mark Rutte en de kunstenaars zelf. Hun lichamen zijn opgebouwd uit krantenkoppen over politieke ontwikkelingen in de afgelopen jaren. “Ik geef graag zweepslagen,” zegt La Cruz. “Vaak betrekken politici de bevolking bij hun gevecht. Ze laten de bevolking voor zich vechten. Met mijn werk wil ik juist politici elkaar laten afranselen.”

Fragment recensie Amigoe, 2013

Project: Celebrate Creatief Leren

De ene deelnemer keek gebiologeerd naar ronddraaiende vlokjes poeder in een laagje water, terwijl een ander gelijktijdig rondliep met het paard Summer. Op hetzelfde moment ging een groepje deelnemers de uitdaging aan om hun partner uit balans te krijgen of binnen dertig seconden een goede schets te maken. Elders werd er druk gedobbeld voor de woorden van een gedicht en ondervonden zestien mensen dat meegeven meer resultaat oplevert dan het bieden van weerstand. Er werd gepraat en geleerd, gedeeld en gedanst en veel gelachen. Kortom; meervoudige intelligentie werd op 20 november 2013 echt gevierd!

We kijken terug op een geslaagde conferentie in De Fabrique. Het was leerzaam van het welkomstwoord door initiatiefnemer Monika de Waal en de presentatie van keynote speaker Branton Shearer tot en met de afsluitende vraag- en antwoordsessie en laatste gesprek tijdens de netwerkborrel.

De organisatie van Celebrate Creatief Leren vult de Facebookpagina en website de komende tijd aan met verslagen, foto’s en video’s van de verschillende workshops en focusgroepen, waarbij de ervaringen van alle deelnemers centraal staan. Op die manier zal het feest van meervoudige intelligentie nog een lange tijd doorgaan en kunnen we nog meer mensen bewust maken van het inzicht dat wij allang hebben: ieder mens, jong en oud, is uniek, heeft recht op een gelukkig en uitdagend leven en moet de kans krijgen zijn of haar kwaliteiten en talenten optimaal te ontwikkelen.

Recensie: Mi Kulpa

Met Mi Kulpa heeft regisseur Shariff Korver een prestatie van formaat geleverd. Het verhaal is meeslepend met geen fragment of acteur te veel of te weinig. Zonder crimineel gedrag goed te praten, wordt er wel enig begrip gevraagd voor de situatie van sommige mensen.

Mi Kulpa is bovendien prachtig gefilmd, dicht op de huid van de acteurs zodat twijfel, onzekerheid en andere emoties ook zichtbaar is zijn. Tegelijkertijd is het geen film waarin alleen ellende wordt benadrukt. Grappige scenes over een vrolijke vriend, een gesprek aan tafel of Miguels broertje dat zijn spoelwater niet uitspuugt maar doorslikt, zorgen voor de balans die bijdraagt aan de geloofwaardigheid. Soms zijn het juist de contrasten die voor context zorgen en daardoor voor het evenwicht: Een vrolijk muziekje terwijl de kijker zich bewust is van het onafwendbare noodlot of een schilderij van Jezus in het huis van een drugscrimineel. Prijzenswaardig is ook het spel van alle acteurs, in het bijzonder Anton de Bies als Miguel en Aldaïr Pieters als Jerry.

Mi Kulpa is de gum voor het bekende zwarte balkje, waarmee criminelen onherkenbaar worden gemaakt. Dat balkje blijkt al die tijd voornamelijk het zicht te hebben belemmerd van de voorbeeldige burger.

Fragment recensie voor Amigoe, 2013