Haagse slavernijherdenking verbindt


“Het is een mooi en krachtig monument geworden,” zei burgemeester Jan van Zanen gisteren tegen de honderden aanwezigen in het centrum van Den Haag. De onthulling van het Haagse slavernijmonument en de herdenking van de slavernijperiode stonden in het teken van verbinding. In de ceremonie was er ruimte voor vertegenwoordigers van alle gemeenschappen, inclusief de inheemsen en de huidige generatie inwoners van Den Haag.


“Met de realisatie van dit monument, een waardige plek van herinnering, zet Den Haag een belangrijke stap. Een plek die bijdraagt aan het bewustzijn over een beschamende geschiedenis. Een plek waar mensen waar nazaten van de trans-Atlantische slavernij naartoe kunnen gaan om het leed te herdenken dat hun voorouders is aangedaan. Waar zij zich getroost kunnen voelen door de erkenning van het slavernijverleden,” zei Van Zanen.


Het belang van verbinding was de rode draad van hele ceremonie. Het kunstwerk werd onthuld met de gelijktijdige druk op een tiental rode knoppen door vertegenwoordigers van de diverse groepen; de Caribisch-Nederlandse gemeenschap, Surinamers, marrons, inheemsen, maar ook de generatie jonge Hagenaars. Meer dan veertig Haagse organisaties en bedrijven steunden het initiatief. Verschillende belangengroepen legden na een minuut stilte een bloemenkrans bij het monument.

(…)

De Curaçaose Magda LaCroes, oprichter van de Dutch Caribbean Book Club, noemde ook het thema verbinding in haar toespraak. “Verbinding is een keuze. Elke dag kunnen we kiezen om verbinding te maken met mensen om ons heen. Dat begint met kleine gebaren, zoals elkaar groeten en interesse tonen in elkaar. (…) En niet met mensen die op ons lijken, maar juist met mensen die ons uitdagen om verder te kijken,” zei LaCroes na een opvoering van de Tambú.

(…)

Fragment verslag voor Amigoe, juni 2025

‘Focus op projecten die verschil kunnen maken’

ROTTERDAM-Begin met een brede oriëntatie en zorg dan voor focus. Dat advies kreeg het bestuur van de Insinger Stichting gisteren tijdens een dialoogbijeenkomst over slavernij in Rotterdam. De Nederlandse liefdadigheidsstichting vroeg deelnemers suggesties voor thema’s en projecten die het beste bijdragen aan heling en herstel. Het gesprek aangaan is moedig, vonden de deelnemers.

“Het moet veel makkelijker zijn om een aanvraag voor financiering in te dienen,” zei een beleidsmedewerker uit Den Haag na het delen van adviezen op post-it notes. “De voorwaarden zijn gericht op grote organisaties en niet op kleinere projecten,” vulde een samensteller van discussiebijeenkomsten aan. “Vergeet niet dat het land groter is dan de Randstad,” zei een vrouw uit Brabant. “Kies projecten die echt een verschil kunnen maken,” zei een ervaren oud-politicus.

Fragment artikel Amigoe, maart 2025

Nationale Carrièrebeurs: ‘Ik wil mijn vleugels uitslaan’

AMSTERDAM-Een laatste aansporing of extra geruststelling. Meer is er vaak niet nodig om geïnteresseerde mensen over te halen tot een baan in het Caribisch gebied. Dat blijkt vrijdag en zaterdag op de Nationale Carrièrebeurs in Amsterdam. Caribische bedrijven en organisaties zijn dit jaar goed vertegenwoordigd in conferentiecentrum RAI.

“Het is leuk dat er zoveel Caribische organisaties zijn,” zegt Tanja Fraai van WeConnect. De stichting is al jaren een succesvolle schakel tussen Caribische jongeren in Nederland en bedrijven op de eilanden en heeft eigenlijk een vergelijkbare rol op de beurs. De mensen van het WeConnect-team lopen regelmatig even met bezoekers mee naar de juiste stand in de ‘Werken in de Caribbean’ afdeling.

(…)

Een paar ruimtes verderop volgt de 20-jarige Thomas een talkshow over wonen en werken in het Caribisch gebied. Zijn interesse heeft vooral te maken met de stage die zijn neef op Curaçao liep. Zelf heeft hij geen directe plannen. “Maar je weet maar nooit,” zegt hij. Ondertussen vraagt gespreksleider Dionne Stax wat mensen kunnen verwachten van een verhuizing naar Bonaire of Sint Maarten.

Silvana Janga, werkzaam voor de overheid van Bonaire, legt uit dat mensen flexibel moeten zijn voor een carrière op de eilanden. “Het is niet zoals in Nederland waar je alleen doet waarvoor je bent aangenomen. Door de kleinschaligheid hebben mensen vaak veel verschillende functies en werkzaamheden,” zegt ze. Ook Natasha Richardson van Sint Maarten noemt multitasken als een belangrijke karaktereigenschap voor toekomstige werknemers.

Fragment artikel Amigoe, maart 2024

‘Er is een stoel voor iedereen’

Deelnemers voor het gebouw van de Eerste Kamer. (©Otti Thomas)

DEN HAAG-Keukenstoelen, tuinstoelen, klapstoelen en vouwstoelen. Stoelen van hout, stof, riet en plastic. Eenvoudig of design. Tientallen mensen liepen vandaag met hun stoel door Den Haag om een bijdrage te leveren aan een kunstproject van Tirzo Martha. In opdracht van de Eerste Kamer bouwde de Curaçaose kunstenaar samen met de deelnemers een kunstwerk van stoelen, genaamd ‘Zit, zat, gezeten. Nu ga ik staan.’

“Ik heb voor deze opdracht met veel mensen gesproken. Een aantal mensen klaagde dat politici tijdens verkiezingscampagnes heel actief zijn maar als ze zijn gekozen dan gaan ze zitten op hun zetel, hun stoel, en doen helemaal niets meer. Het gesprek ging vervolgens over de vraag of het alleen zitten is of dat er veel meer bij komt kijken ,” aldus Martha over zijn idee. Kamerzetels, maar ook gewone stoelen spelen een rol en het is goed om daar stil bij te staan, vindt hij.

(…)

De deelnemers hebben inderdaad gekozen voor stoelen met een speciale betekenis. Eerste Kamerlid Bob van Pareren van de partij JA21 heeft een groene klapstoel. Als je hem inklapt heb je geen stoel meer net zoals Kamerleden soms geen zetel meer hebben na een verkiezing, zegt hij. Ook SP-Eerste Kamerlid Arda Gerkens heeft een klapstoel. “Deze komt uit de Eerste Kamer. Het is symbolisch want op 6 juni stop ik na tien jaar als lid van de Eerste Kamer,” zegt ze.

Fragment artikel Amigoe (mei 2023)

Met Ik Ben Wij op zoek naar je identiteit

Theatermakers en dansers helpen Rotterdamse jongeren bij het vinden en ontwikkelen van hun identiteit. Aanleiding was de aanslag op Charlie Hebdo, deze maand drie jaar geleden. De vraag naar de workshops groeit, want de aanpak is succesvol.

Door Otti Thomas

Wanneer heb je voor het laatst gehuild en waarom? Niemand blijft onaangedaan bij het beantwoorden van die vraag of bij het luisteren naar de antwoorden van anderen. Dat gold ook voor studenten aan het Albeda College in Rotterdam. “Er was veel pijn en verdriet, dus het had een flinke impact,” vertelt de 23-jarige Jamy Rodriquez Andrade een week na de emotionele bijeenkomst. “Die sfeer bleef hangen. Tijdens volgende lesuren voelden leraren dat er iets aan de hand was.”

De vraag werd niet zomaar gesteld. De jongeren volgen een lesprogramma over identiteit. Vijf achtereenvolgende weken zijn er lesuren, waarin ze alle ruimte krijgen om zichzelf en hun klasgenoten beter te leren kennen. Ze dansen, ze spelen toneel en vertellen elkaar over hun pijn, verdriet, twijfels en dromen. Binnen korte tijd ontstaat er meer onderling begrip dan tijdens het volgen van reguliere lessen gedurende vier jaar.

Fragment reportage voor Amigoe/Ñapa (januari 2018)

Schaamte, trots, geweld en liefde

De kaft van Schutkleur is eenvoudig, maar veelzeggend. Hij toont een ritssluiting tussen de kleuren blank en bruin. De afbeelding roept de vraag op of de rits op het punt staat om beide kleuren dichter bij elkaar te brengen of verder van elkaar te verwijderen. Of misschien blijft die ritssluiting wel permanent op dezelfde plaats; niet open en niet dicht. “De ritssluiting verwijst naar een samenleving die maar niet in elkaar lijkt te passen,” zei auteur Bernadette Heiligers.

Schutkleur is een van de vele nieuwe publicaties van In de Knipscheer. De uitgeverij presenteerde de boeken op zondag 13 september in Podium Mozaïek in Amsterdam. Anders dan in voorgaande jaren werden er geen boeken uit of over Suriname en Nederlands-Indië gepresenteerd. “Ik vind het juist interessant om de overeenkomsten tussen voormalige Nederlandse koloniën aan te tonen, maar bezoekers willen graag met bekenden onder elkaar zijn en luisteren naar verhalen waar ze echt iets mee hebben,” zei directeur Franc Knipscheer.

Voor Schutkleur gaat dat in ieder geval op, bleek uit de reacties van het publiek. Het is de debuutroman van Heiligers, die in 2008 de verhalenbundel Flecha schreef en in 2012 de biografie Pierre Lauffer – Het bewogen leven van een bevlogen dichter. In Schutkleur krijgt hoofdpersoon Corina de opdracht om een vriendenboek samen te stellen voor haar neef Harold. Op zoek naar anekdotes, stuit Corina op de spanningen binnen de familie en kring van vrienden. Aan de basis liggen gevoelens van schaamte of trots voor de eigen cultuur of sociale status en bewondering, afkeer of onbegrip voor andere culturen.

Fragment verslag boekenpresentatie In de Knipscheer (Ñapa, september 2015)

26-09-2015naKnipscheer_2015groot

“Vijf, vier, drie, twee, een!”

30-06-2015cDemonstratie_Den HaagDEN HAAG-“We geven de politie tien minuten om naar buiten te komen en ons opheldering te geven.” De oproep is het definitieve keerpunt in het protest tegen de dood van de Arubaan Mitch Henriquez, die zondag overleed na de gewelddadige arrestatie door de politie. “Vijf, vier, drie, twee, een!” De demonstratie bij Politiebureau De Heemstraat resulteert uiteindelijk tot een confrontatie met de ME en de politie te paard.

Fragment verslag demonstratie na overlijden Mitch Henriquez in Den Haag voor Amigoe Curaçao en Amigoe Aruba

Op zoek naar de joods-Caribische identiteit

07-02-2015naJoodsCaribisch_klein

Het Joods Historisch Museum in Amsterdam vertelt tot 14 juni het verhaal van de Joodse gemeenschap in het Caribisch Gebied. De expositie Joden in de Cariben is dit najaar ook te zien in Curaçao en Suriname, inclusief een lespakket en educatieve film voor middelbare scholen.

Door Otti Thomas

Brieven en boeken zijn misschien wel de echte parels van de tentoonstelling Joden in de Cariben. De huwelijksakten van Elias Jesurun en Rachel Henriquez uit 1868 en die van Mozes Salomon Levie Maduro en Adela Naar uit 1887. Of het schriftelijke verzoek van Ishak Nunes Lopes die honderd jaar eerder verzocht om een bijdrage van 140 gulden voor zijn reis naar Curaçao.

Tientallen foto’s, de kleding van Ena Maduro en yaya Lala en blikvangers als de schaalmodellen van de Mikvé Emanuel Synagogue en het Penha gebouw maken de expositie in het Joods Historisch Museum de moeite waard. De geschiedenis komt pas echt tot leven met het vergeelde papier. Het zijn bovendien documenten waar de meeste mensen niet snel mee in aanraking zullen komen omdat ze in bezit zijn van particulieren of het Centraal Bureau voor Genealogie.

Joden in de Cariben vertelt en toont het verhaal van de Joodse gemeenschap in het Caribisch Gebied op religieus, zakelijk en maatschappelijk vlak. “Het Joods Historisch Museum belicht de cultuur en geschiedenis van joden in Nederland en de koloniale geschiedenis is daar een onderdeel van,” aldus Julie-Marthe Cohen, curator van de tentoonstelling. “We zijn er twee jaar intensief mee bezig geweest. Ik ben ongelofelijk blij dat het nu eindelijk zo ver is,” zei ze vorige week tijdens de persrondleiding voor de feestelijke opening.

(…)

De identiteit van joden uit Suriname en Curaçao wordt ook belicht in Een keppel in de Cariben van documentairemakers Tanja Fraai en Mike Ho-Sam-Sooi. De documentaire is specifiek bedoeld voor middelbare scholieren in Curaçao en Suriname en zal vertoond worden als de tentoonstelling dit najaar in Willemstad en Paramaribo te zien is.

(…)

In de documentaire Een keppel in de Cariben gaan twee jongeren, Achira Beck en Nofar Kraaijenhagen, op zoek naar de Caribisch-joodse identiteit en tradities in de 21ste eeuw. Ze vragen het onder andere aan bekende Caribische joden als Bob Pinedo, David Serphos, de zussen Paulette en Jennifer Smit en de zussen Giselle, Tamara en Ilena Winkel. “Wat is de Joods-Caribische identiteit? Bestaat die überhaupt? En wat doet de volgende generatie ermee,” aldus Ho-Sam-Sooi.

Fragment reportage voor Amigoe/Ñapa, januari 2015

In de voetsporen van ‘Haagse’ slaven

Het slavernijverleden van Den Haag beperkt zich allerminst tot handtekeningen die het begin en het eind van de slavernij bepaalden. De regeringsstad was het toneel voor persoonlijke verhalen van slaven die hun vrijheid eisten, over plantage-eigenaren en een dubieuze ontsnapping.

Door Otti Thomas Foto’s Andy Kleinmoedig

Misschien liep Catharina wel langs het Mauritshuis toen ze in 1710 op weg was naar het Binnenhof om daar haar vrijheid te eisen. En misschien stond ze wel even stil om het destijds 70 jaar oude Haagse stadspaleis te bewonderen. Maar was de Curaçaose slavin zich er ook van bewust hoezeer haar eigen lot verbonden was met het Mauritshuis?

“Johan Maurits van Nassau-Siegen liet het Mauritshuis bouwen met de winst van de Braziliaanse suikerplantages die hij in 1637 op de Portugezen had veroverd. Er is zelfs Braziliaans hout in verwerkt,” vertelt erfgoeddeskundige dr. Valika Smeulders voor het pas gerenoveerde monument aan de Hofvijver. “Kort daarvoor had Johan Maurits de West-Afrikaanse kustplaats Elmina veroverd, ook op de Portugezen. Het tot slaaf maken van Afrikanen werd gezien als een middel om de winst uit de plantage-economie te verhogen.” Mogelijk behoorden de groot- of overgrootouders van Catharina tot de mensen die in Elmina werden ingescheept en droegen zij zo gedwongen bij aan de realisatie van het Mauritshuis. “Het Mauritshuis is het symbolisch begin van de Nederlandse slavernij,” aldus Smeulders.

Het afgelopen jaar werd duidelijk dat het slavernijverleden van Den Haag minstens net zo fascinerend is als dat van Amsterdam. De rol van de Nederlandse regeringsstad omvat meer dan formele handelingen: de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 en het monopolie voor handel en scheepvaart voor de West-Indische Compagnie in 1621. De regeringsstad werd bewoond en bezocht door tal van betrokkenen.

Fragment reportage Amigoe-Kerstbijlage 2014

Bijzondere collectie dr. Hugenholtz

Behalve chirurg was dr. Hugenholtz ook een gepassioneerd amateur fotograaf. De Amigoe nam vorige maand tientallen foto’s in ontvangst van zijn achternicht in Nederland, Gejah Nijman. Bij die gelegenheid deelde ze ook haar herinneringen aan ‘oom Jops’.

Door Otti Thomas

“Ik verwachtte dat ik te laat was. Hij is immers al ruim vijftig jaar overleden. Maar heel veel mensen bleken hem nog persoonlijk gekend te hebben.” Op zoek naar verhalen over ‘oom Jops’, zoals hij in de familie werd genoemd bezocht de Nederlandse Gejah Regterschot-Nijman in mei samen met haar dochter Mandy voor het eerst Curaçao.

‘Oom Jops’ is dr. Marie Josephus Hugenholtz, van 1933 tot zijn dood in 1962 chirurg in het Sint Elisabeth Hospitaal. Zijn Curaçaose bijnamen als ‘Dokter Grandi’ en ‘Shon Dokter’ kreeg hij niet alleen vanwege die functie, maar vooral vanwege zijn vrijgevigheid en oprechte betrokkenheid. Om die reden werd hij ook benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau en is er een straat naar hem vernoemd en het Kas Hugenholtz voor mensen met dementie.

(…)

Brand

De foto’s zijn alleen al bijzonder omdat ze bijna verloren waren gegaan. “De foto’s lagen sinds het overlijden van Hugenholtz in zijn woonhuis op Plantersrust. Villa Maria op plantage Plantersrust heet het officieel. Het huis stond leeg en bijna alles was er al uit verdwenen. Mijn oudoom had een grote platencollectie, maar die is ook verdwenen,” vertelt Nijman. “Op hetzelfde terrein woonde zuster Hertha Leonora. Op een dag in 1998 hoorde ze opeens een knal en bleek het huis van Hugenholtz in brand te staan. Het enige wat ze heeft kunnen redden waren de foto’s, een testament en een contract van de Bataafse Petroleum Maatschappij.”

Fragment artikel Ñapa, 29 november 2014

29-11-2014 NAHugenholtz_klein

11-11-2014cHugenholtz