Met Ik Ben Wij op zoek naar je identiteit

Theatermakers en dansers helpen Rotterdamse jongeren bij het vinden en ontwikkelen van hun identiteit. Aanleiding was de aanslag op Charlie Hebdo, deze maand drie jaar geleden. De vraag naar de workshops groeit, want de aanpak is succesvol.

Door Otti Thomas

Wanneer heb je voor het laatst gehuild en waarom? Niemand blijft onaangedaan bij het beantwoorden van die vraag of bij het luisteren naar de antwoorden van anderen. Dat gold ook voor studenten aan het Albeda College in Rotterdam. “Er was veel pijn en verdriet, dus het had een flinke impact,” vertelt de 23-jarige Jamy Rodriquez Andrade een week na de emotionele bijeenkomst. “Die sfeer bleef hangen. Tijdens volgende lesuren voelden leraren dat er iets aan de hand was.”

De vraag werd niet zomaar gesteld. De jongeren volgen een lesprogramma over identiteit. Vijf achtereenvolgende weken zijn er lesuren, waarin ze alle ruimte krijgen om zichzelf en hun klasgenoten beter te leren kennen. Ze dansen, ze spelen toneel en vertellen elkaar over hun pijn, verdriet, twijfels en dromen. Binnen korte tijd ontstaat er meer onderling begrip dan tijdens het volgen van reguliere lessen gedurende vier jaar.

Fragment reportage voor Amigoe/Ñapa (januari 2018)

‘Curaçao geeft nu het voorbeeld’

ROTTERDAM-Letter voor letter stempelt Veronique Dellebeke woorden en zinnen op een groot vel papier. Elke letter, sierlijk of juist strak, is gekopieerd uit het handschrift van bezoekers en kunstenaars in de Kunsthal Rotterdam. Samen vormen ze een gedicht dat is geschreven door inwoners van een zorginstelling voor ouderen. “Als het klaar is, dan krijgen ze het cadeau,” zegt de 22-jarige studente.

(…)

All you can Art 2 was een succes, zeggen initiatiefnemers Tirzo Martha en David Bade, terwijl er nog volop geschilderd, geboord en gezaagd wordt. Ze zijn met name blij met de samenwerking met partners; het bejaardenhuis Laurens, de instelling voor verslavingszorg Antes en het Zuiderparkcollege-vmbo. “In de tuin van het bejaardentehuis stond een plantenbak vol bouwpuin, waardoor de plantjes niet overleefden. Samen met de bewoners hebben we een kunstwerk gemaakt in de vorm van een boot, waar plantenbakken aan bevestigd kunnen worden. De bewoners kunnen die gebruiken voor bloemen en kruidentuintjes. Het heeft ook een grote kooi, omdat veel bewoners het leuk vinden om voor vogels te zorgen,” zegt Martha. Als gevolg van de actie is het puin uit de tuin gehaald en is er goede potgrond voor in de plaats gekomen.

Fragment interview voor Amigoe, augustus 2017

Carnavalskoningin èn erfgoedspecialist

Het Rotterdamse Zomercarnaval werd vorig jaar als 100ste traditie toegevoegd aan de Nationale Inventaris voor Erfgoed. Dat was vooral te danken aan carnavalskoningin Dyonna Benett, die meeloopt tijdens de Gran Marcha. Onvermoeibaar strijd ze voor de erkenning en het behoud van Caribische tradities en voor een eerlijke weergave van de geschiedenis.

Door Otti Thomas
“Elke Queen zegt natuurlijk dat ze er altijd al van droomde. Als kind zie je andere koninginnen en wil je dat ook. Mijn moeder was een echte carnavalista en heeft haar liefde voor carnaval doorgegeven aan mij.” Voor de 27- jarige Dyonna Benett komt tijdens de Gran Marcha een lang gekoesterde wens uit. Als Queen vertegenwoordigt ze het Rotterdams Zomercarnaval.
Jaren geleden deed Benett dochter van een Curaçaose moeder en Curaçaos-Dominicaanse vader al mee aan de Marcha di Despedida en de Tiener Parade op Curaçao. Samen met haar zus en nicht was ze lid van The Original Dancers, de dansgroep van haar moeder, die ook optrad in België en Duitsland. Ze is een trouwe deelnemer aan het Rotterdams Zomercarnaval en won samen met Unicum Brassband twee keer de Battle of the Drums. Maar dit wordt haar eerste Gran Marcha.
Deels is haar deelname toeval. Ze was in 2015 First Runner-up van Queen Witney van Ommeren. In 2016 werd geen nieuwe Queen gekozen omdat het Zomercarnaval door het slechte weer werd afgelast, zodat Benett als First Runner-up naar Curaçao mocht. Maar ook als er een nieuwe Queen was gekozen, had ze meegedaan. Dankzij haar werd het Zomercarnaval vorig jaar aan de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed toegevoegd. En erfgoed is haar grootste passie. “Ik moest wel meedoen.”

(…)

Op school worden we vooral geconfronteerd met de Tweede Wereldoorlog, dus we kunnen ons beter verplaatsen in alle gevoelens die daar mee te maken hebben. Over slavernij hoorden we weinig. Ook mijn familie praatte daar nauwelijks over, terwijl het een belangrijk deel van hun identiteit is. Pas in het derde jaar van mijn studie kreeg ik het keuzevak Culturele Contacten. Daarin maakten we kennis met de geschiedenis van de slavernij en de segregatiewetten. En empowerment: bruine filosofen, wetenschappers, schrijvers. Veel indruk maakte een studiereis naar het Museum of London, waar ik een gigantische poster zag van een bruine man, Ignatius Sancho. Hij was geen slaaf – eigenlijk zeggen we tot slaaf gemaakte – maar hij was de eerste Afrikaanse schrijver van wie een boek werd gepubliceerd. In tentoonstellingen in Nederland, Parijs of Berlijn was een zwarte man nog nooit op die manier getoond. Ik vond het ontroerend. Er waren namelijk veel zwarte wetenschappers, hoogleraren en filosofen, maar die verhalen hoor je weinig. Daardoor zijn er weinig rolmodellen.

Fragment interview voor Ñapa/Amigoe, februari 2017

Dubbelspel herbeleefd

Koning Willem-Alexander met cast & crew (foto: Suzanne Koelega)

Door het nemen van afstand, kom je dichterbij de kern. Double Play is geen directe verfilming van de roman Dubbelspel, maar een herinnering aan het beroemde partijtje domino met tragische afloop. Het is de herinnering van Ostrik, de zoon van Bubu (Boeboe) en Nora, die in het boek schoenen nodig heeft om toegelaten te worden op school.

De moedige keuze van regisseur Ernest Dickerson en scriptschrijvers Evan Jones en Alaric Smeets pakt om een aantal redenen goed uit. Zoals in elke boekverfilming komen niet alle fragmenten uit het boek terug in de film. Normaal kan dat rechtstreeks toegeschreven worden aan de regisseur, die de geschreven tekst van een roman samen moet vatten in zo’n beeldverhaal van anderhalf uur.

In Double Play is het heel geloofwaardig dat Ostrik niet terugdenkt aan alle gebeurtenissen, simpelweg omdat hij ze is vergeten, niet kent of niet van belang vindt. Het is zelfs niet storend dat er gebeurtenissen aan oorspronkelijke verhaal zijn toegevoegd, zoals de achtervolging van een Amerikaanse toerist die een bezoek aan Campo Alegre bracht. Frank Martinus Arion schreef er niet over in Dubbelspel, maar het voelt als iets dat wellicht gebeurd is.

Door de keuze voor een herinnering wordt bovendien aangetoond dat Dubbelspel als verhaal nog altijd belang heeft. Ostrik is voor het leven getekend door de gebeurtenissen in zijn jeugd en staat daarmee symbool voor de moderne Curaçaose man en vrouw, die bewust of onbewust ook gevormd is door de situatie en onderlinge verhoudingen in zijn of haar geboorteland.

Bijna iedereen zal uit zijn of haar eigen omgeving mensen kennen, zoals de vier mannen en twee vrouwen uit de film en het boek. De taxichauffeur Bubu, die zijn geld uitgeeft in Campo Alegre. Zijn vrouw Nora, die tegen beter weten in haar man blijft steunen, maar zich wel noodgedwongen prostitueert. Deurwaarder Manchi, die zich in zijn mannelijke trots gekrenkt voelt door het slippertje van zijn mooie, intelligente vrouw Solema. De stoere handige visser Janchi, die in de film Ernesto heet en een relatie heeft met Solema. En de Sabaan Chamon, voormalige werknemer van de Shell, die zijn rijkdom verbergt en Nora geld geeft in ruil voor seks.

De acteurs maken van deze personages mensen van vlees en bloed. Aan de dominotafel wordt gelachen, geplaagd en gediscussieerd. De onderlinge spanning blijkt vooral uit blikken die worden uitgewisseld of als de mannen zich bewust afzijdig houden van een gesprek. Veelzeggend is het moment waarop de arrogante Manchi zwijgend zijn lepel neerlegt naast het bord soep, dat hij kort daarvoor van zijn vrouw Solema geëist heeft; hij beseft dat hij haar kwelt en zal kwijtraken, maar zijn trots staat hem in de weg. Een glansrol wordt gespeeld door Dani Dare, die tranen over zijn wangen laat rollen als de jonge Ostrik.

In de kern gaat Dubbelspel over deze mensen en hun worsteling met de Curaçaose realiteit. Het boek gaat over sterke, moedige vrouwen, over armoede, over status en over trots. “Niemand is schuldig. Als er iets schuld heeft, dan is het de armoede,” verzucht Chamon. Door afstand te nemen van de roman, is dat ook precies de kern van Double Play.

Double Play premiere coverage (Amigoe Express)
Double Play premiere coverage (Amigoe Express)

Eerstejaars Caribisch Gebied

Elk jaar beginnen honderden eerstejaars studenten uit het Caribisch Gebied aan een vervolgopleiding in Nederland. Het zijn de natuurkundigen, artsen, dansers, ontwerpers en technici van de toekomst.

Voor Nederlandse studenten is het al een behoorlijke stap om aan een vervolgopleiding te beginnen. Voor de zogeheten bursalen, vernoemd naar de tijd waarin ze een studiebeurs kregen, is het dat helemaal. Wennen aan een nieuw land met een ander klimaat, andere huizen en andere planten. Een land met andere gewoontes. (Al zal doorsnee Nederlander verontwaardigd zeggen: Hoezo andere gewoontes?) Spreken van een taal, die anders is dan het Engels of Papiaments van hun gedachten. En geen mogelijkheid om even in het weekend naar huis te gaan, maar sparen voor een dure reis tijdens de kerst of in het voorjaar.

De media, waaronder de Amigoe, besteedt terecht elk jaar uitgebreid aandacht aan deze moedige jongeren. Een selectie artikelen en foto’s.

Meeslepende versie van Buchi Fil ‘Geen Liefde zonder Vrijheid’

 
ROTTERDAM-Het publiek lacht bij de voorstelling Geen liefde zonder vrijheid. Ze lachen om Jörgen Raymann als dansende slavenopzichter tijdens het Seu-feest, om de lange uithalen in plat Amsterdams van de zingende schipper Kees Scholten en om de uitbundigheid van Mosa Nena, een rol van Izaline Calister. Door het contrast met de vrolijke momenten, maakt de tragiek van het verhaal des te meer indruk.

(…)

Naast het spel door de drie acteurs zijn het deze nummers en de muzikanten die de voorstelling in veertig minuten meeslepend maken en diepgang geven. Ze zorgden zelfs voor het geluid van de zee. Dankzij de percussionisten Vernon Chatlein en Roël Calister, gitarist Ed Verhoeff en de drie violisten en cellist van het Dudok Kwartet kon het publiek zonder moeite delen in het plezier tijdens de Seu en het feest van de plantagehouder.

Enthousiast werd er meegeklapt. Toeschouwers konden meedromen op de liefdevolle Curaçaose wals om vervolgens even later toch oprecht de wanhoop en het verdriet te voelen van Buchi Fil en Mosa Nena. “Hoe moet ik nu leven zonder hem, hoe moet ik door zonder zijn stem,” zong Calister.

Fragement recensie voor Amigoe, 2013

Muziek schept eenheid bij Koninkrijksconcert 2012

Giovanca - Koninkrijksconcert
Giovanca – Koninkrijksconcert 2012

Misschien werden de banden binnen het Koninkrijk wel het beste uitgebeeld door het ballet van Codarts, de Rotterdamse opleiding voor dans en muziek. In de choreografie van Regina van Berkel op muziek van Jean-Jacques Rojer maakten de vijf studenten duidelijk hoe complex de relaties feitelijk zijn, zoals één van de aanwezigen na afloop van het Koninkrijksconcert 2012 haarscherp observeerde.

Als in een loszittende knoop draaiden de drie mannen en twee vrouwen om elkaar heen, hartstochtelijk naar elkaar reikend of juist wanhopig in een gevecht om afstand. Tevergeefs of met succes. Als drietal, koppel of alleen. En dan plotseling, geheel onverwacht, synchroon als eenheid.

Artikel voor Amigoe, 2012

Faranú tekent muziek

Faranú (rechts) bij de opening van Songs of Charcoal
Faranú (rechts) bij de opening van Songs of Charcoal

Brekend met haar gewoonte om in totale stilte te werken, liet kunstenares Faranú zich voor haar nieuwe werk inspireren door het soundscape-genre; een stijl van elektronische muziek, waarin het oproepen van een dromerige en soms onheilspellende sfeer centraal staat. Het resulteerde in ruim twintig houtskooltekeningen, waarvan een selectie sinds zaterdag 1 december wordt geëxposeerd in de Rotterdamse Galerie Kralingen.

Recensie voor Amigoe, 2012

Outsourcing: goedkoper en ook eenvoudiger

Finance Suriname
Zaken doen met Suriname en Curaçao

Iedereen is bekend met de volgende situatie. Het is vrijdagmiddag en je bent toe aan het laatste telefoontje van die dag. Je belt bijvoorbeeld even je advocatenkantoor om te vragen naar de status van een ingediend bezwaarschrift of een accountant voor het verzetten van een afspraak. Een vriendelijke stem wenst je een goede middag, maar op het moment dat je iets terug wilt zeggen, vervolgt die stem: “Ons kantoor is geopend op werkdagen van acht uur ‘s ochtends tot vijf uur ‘s middags. U kunt na de piep een boodschap inspreken of een mail sturen naar…” Je kijkt op je horloge en waarachtig: Het is één minuut over vijf.

Hoewel het ding al tachtig jaar bestaat, houdt niemand ervan een boodschap in te spreken op een antwoordapparaat. De moderne voicemail is geen vooruitgang en een email leidt op dit tijdstip alleen maar tot een onpersoonlijke en demotiverende antwoord: “We hebben uw mail goed ontvangen en in behandeling. Ons kantoor is geopend op werkdagen van….” Dus het hele weekend probeer je jezelf eraan te herinneren dat je maandagochtend meteen moet bellen. Het liefst voor het middaguur, want daarna gaat iedereen natuurlijk weer lunchen.

Dergelijke situaties zijn niet alleen een ergernis voor klanten en cliënten, het is ook vervelend voor bedrijven en organisaties. Maar kleine en grote ondernemers hebben te weinig geld om iemand in te huren die buiten kantooruren de telefoon beantwoord. De dappere beslissing om de bedrijfstelefoon dan maar door te schakelen naar de mobiel, leidt in sommige gevallen tot ernstige gezondheids- en relatieproblemen.

Een mogelijk oplossing ligt in uitbesteding of outsourcing. Het was het centrale onderwerp van het seminar `Zaken doen met Suriname en Curaçao’. “Ondernemers in Rotterdam hebben een hele grote interesse om zaken te doen met Suriname en Curaçao,” zei Herman Hartgers, verantwoordelijk voor de regio Latijns Amerika voor de Kamer van Koophandel Rotterdam, waar het seminar onlangs gehouden werd.

Artikel Business Ñapa, 2012 (lees online versie)

Verborgen gezicht van Curaçao in Rotterdam

Faces of Curaçao – Mike Redman

Alle mensen beschikken in meer of mindere mate over dezelfde eigenschap. In onze ogen krijgen wolken de vorm van dieren, een vreemde vochtplek op de muur lijkt op Jezus Christus en een rare aardappel is precies de inwonende grootvader van de overbuurman. De verbeeldingskracht van de mens vormt de basis van de expositie ‘Faces of Curaçao’ met werk van onder andere Faranú en Mike Redman in de Rotterdamse WTC Art Gallery.

Recensie voor Amigoe, 2012