Door het nemen van afstand, kom je dichterbij de kern. Double Play is geen directe verfilming van de roman Dubbelspel, maar een herinnering aan het beroemde partijtje domino met tragische afloop. Het is de herinnering van Ostrik, de zoon van Bubu (Boeboe) en Nora, die in het boek schoenen nodig heeft om toegelaten te worden op school.
De moedige keuze van regisseur Ernest Dickerson en scriptschrijvers Evan Jones en Alaric Smeets pakt om een aantal redenen goed uit. Zoals in elke boekverfilming komen niet alle fragmenten uit het boek terug in de film. Normaal kan dat rechtstreeks toegeschreven worden aan de regisseur, die de geschreven tekst van een roman samen moet vatten in zo’n beeldverhaal van anderhalf uur.
In Double Play is het heel geloofwaardig dat Ostrik niet terugdenkt aan alle gebeurtenissen, simpelweg omdat hij ze is vergeten, niet kent of niet van belang vindt. Het is zelfs niet storend dat er gebeurtenissen aan oorspronkelijke verhaal zijn toegevoegd, zoals de achtervolging van een Amerikaanse toerist die een bezoek aan Campo Alegre bracht. Frank Martinus Arion schreef er niet over in Dubbelspel, maar het voelt als iets dat wellicht gebeurd is.
Door de keuze voor een herinnering wordt bovendien aangetoond dat Dubbelspel als verhaal nog altijd belang heeft. Ostrik is voor het leven getekend door de gebeurtenissen in zijn jeugd en staat daarmee symbool voor de moderne Curaçaose man en vrouw, die bewust of onbewust ook gevormd is door de situatie en onderlinge verhoudingen in zijn of haar geboorteland.
Bijna iedereen zal uit zijn of haar eigen omgeving mensen kennen, zoals de vier mannen en twee vrouwen uit de film en het boek. De taxichauffeur Bubu, die zijn geld uitgeeft in Campo Alegre. Zijn vrouw Nora, die tegen beter weten in haar man blijft steunen, maar zich wel noodgedwongen prostitueert. Deurwaarder Manchi, die zich in zijn mannelijke trots gekrenkt voelt door het slippertje van zijn mooie, intelligente vrouw Solema. De stoere handige visser Janchi, die in de film Ernesto heet en een relatie heeft met Solema. En de Sabaan Chamon, voormalige werknemer van de Shell, die zijn rijkdom verbergt en Nora geld geeft in ruil voor seks.
De acteurs maken van deze personages mensen van vlees en bloed. Aan de dominotafel wordt gelachen, geplaagd en gediscussieerd. De onderlinge spanning blijkt vooral uit blikken die worden uitgewisseld of als de mannen zich bewust afzijdig houden van een gesprek. Veelzeggend is het moment waarop de arrogante Manchi zwijgend zijn lepel neerlegt naast het bord soep, dat hij kort daarvoor van zijn vrouw Solema geëist heeft; hij beseft dat hij haar kwelt en zal kwijtraken, maar zijn trots staat hem in de weg. Een glansrol wordt gespeeld door Dani Dare, die tranen over zijn wangen laat rollen als de jonge Ostrik.
In de kern gaat Dubbelspel over deze mensen en hun worsteling met de Curaçaose realiteit. Het boek gaat over sterke, moedige vrouwen, over armoede, over status en over trots. “Niemand is schuldig. Als er iets schuld heeft, dan is het de armoede,” verzucht Chamon. Door afstand te nemen van de roman, is dat ook precies de kern van Double Play.