Curaçao heeft honderden snèks; soms duidelijk zichtbaar langs de weg als een nieuw stukje architecteur opgetrokken uit beton en hout, soms alleen bekend bij vaste klanten, verborgen op een erf tussen een aantal woonhuizen of in een woonkamer, soms vermomd als kroeg. Hooggelegen met een uitzicht op huizen, bomen en heuvels in de wijde omtrek, midden in het centrum tussen winkels, naast af- en aanrijdende bussen of onder de rook van de raffinaderij. Tussen de autowrakken of aan de kust met uitzicht op zee.
Honderden verschillende snèks, die incidenteel hun naam delen maar elk hun eigen karakter en klantenkring hebben. Eigenlijk hebben ze slechts een ding met elkaar gemeen, namelijk dat ze een onlosmakelijk deel van de Curaçaose samenleving vormen.
Otti Thomas
Fragment uit inleiding Snèkboek, Herman van Bergen e.a. 2008